De Nederlandse samenleving maakte na de Tweede Wereldoorlog veel veranderingen door, niet in de laatste plaats op religieus gebied
De Nederlandse samenleving maakte na de Tweede Wereldoorlog veel veranderingen door, niet in de laatste plaats op religieus gebied. Zowel de verminderende participatie binnen de traditionele christelijke kerken als de opkomst van nieuwe religies en religieuze belevingen veranderden het Nederlandse religieuze landschap radicaal.
Een einde aan de verzuiling
De opkomst van de verzorgingsstaat en nieuwe massamedia als de televisie zorgen vanaf de tweede helft van de jaren vijftig voor een afnemende interesse in georganiseerde religie. Al eerder in de twintigste eeuw was het kerkbezoek en het lidmaatschap van een kerkgemeenschap afgenomen, maar nu ging het erg snel. In de jaren zestig en zeventig kwam de verzuilde maatschappij grotendeels op zijn einde.
Afbraak van kerken
Alle christelijke kerken kregen te maken met een krimpend lidmaatschap en afnemend kerkbezoek. Deze afname van kerklidmaatschap was vooral bij de hervormde kerk erg groot. De afname van het kerkbezoek had mede tot gevolg dat vele kerkgebouwen werden afgebroken of een nieuwe bestemming kregen. De kerkelijke organisaties reageerden verschillend. Nog in 1956 stelden de katholieke kerk voor Zuid-Holland een apart bisdom Rotterdam in. Recent besloten de protestantse kerken juist de krachten te bundelen: in 2004 werd de Protestantse Kerk Nederland (PKN) opgericht.
Nieuwe religies
Waar de traditionele religies aan leden inboetten, vormden zich in de westerse wereld ook nieuwe religieuze gemeenschappen. Zo legde een deel van de ‘ontkerkte’ Zuid-Hollanders zich toe op nieuwe (vaak niet-kerkelijke) vormen van religieuze beleving.
Boeddhisme, hindoeïsme en islam
Een grotere ontwikkeling was echter de toename van oorspronkelijk ‘uitheemse’ gelovigen, door de komst van immigranten uit de voormalige koloniën, gastarbeiders uit het Middellandse Zeegebied en vluchtelingen uit ontwikkelingslanden.
Zo ontstonden onder andere gemeenschappen van boeddhisten, hindoes en orthodoxe christenen in Zuid-Holland. De grootste gemeenschap van nieuwkomers bestond uit moslims, die in 2000 zo’n vijf procent van de bevolking uitmaakten. Voor deze nieuwe geloofsgroepen worden ook gebedshuizen gebouwd. De eerste Nederlandse moskee stond in Den Haag en dateert van 1955.
0 reacties