Een verhaal over de Dordtse kerk met de karakteristieke platte kerktoren, de Grote Kerk, ook wel de Onze Lieve Vrouwekerk.
De Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk te Dordrecht is de op één na oudste kerk van de stad. Anders dan de naam zou doen vermoeden is de Nieuwe Kerk de oudste van de stad. De Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk is belangrijk als een van de fraaiste voorbeelden van de Brabantse gotiek in Holland. Het betreft een gotische kruisbasiliek die met stenen gewelven is gedekt. Het bezit prachtige koorbanken.
Aan de buitenzijde valt bij deze kerk onmiddellijk zijn spitsloze toren op. De toren is oorspronkelijk gebouwd in de vijftiende eeuw. Toen kerk en toren uitbrandden in 1457 had de toren al zijn huidige hoogte van 65 meter bereikt. De toren is ont-worpen door Antoon I Keldermans. Net als vele andere torens was de opzet te zwaar voor de drassige ondergrond en begon de toren tijdens de bouw van de derde geleding al te verzakken. Daarom is men gestopt en kreeg de toren-bekroning zijn huidige vorm. Een tweede poging in het laatste kwart van de vijftiende eeuw om alsnog een lantaarn aan te brengen op de toren mislukte wederom met dezelfde reden; de verzakking zette door. In 1626 is de toren bekroond met vier sober gedetailleerde wijzerborden waarmee het zijn huidige karakteristieke vorm kreeg. Zijn situering aan de Oude Maas geeft zijn biotoop extra cachet.
De kerk, een Brabants gotische kruisbasiliek, is gebouwd in het laatste kwart van de veertiende eeuw mede door toedoen van de Vlaamse bouwmeester Everaert Spoorwater. Toen in 1457 brand uitbrak waren de kapellenrijen naast het schip, het dwarspand, de O.L.V.kapel, het koor een het middenschip gereed. Na de brand werden het koor en het middenschip herbouwd. Het schip is opgetrokken in baksteen en het koor in natuursteen (gobertanger). Het oudste deel van de kerk is het Mariakoor, een kapel gebouwd ten noorden van het hoogkoor omstreeks 1500.
De kerk is als enige in Holland omstreeks 1500 geheel in steen overwelfd. De gewelven zijn verhoudingsgewijs laag aan-gebracht als men ze vergelijkt met houten gewelven die door hun lichtere constructie tot grotere hoogten konden reiken. Door de lichte muren en de grote ramen spoelt het daglicht hier naar binnen. De kerk zelf is bij de beeldenstorm gespaard gebleven doordat het Rooms-Katholieke kerkbestuur het op een accoordje wist gooien met de geuzenleider Lumey van der Mark. Helaas moest bij de reformatie in 1572 nog alles wat aan de katholieke mis herinnerde uit de kerk worden verwijderd; de zachte beeldenstorm, geinitieerd door de protetsanten. In tegenstelling tot de Sint Janskerk in Gouda moesten hier zelfs de gebrandschilderde ramen na de reformatie verdwijnen vanwege hun Paapsche karakter.
Gelukkig mochten de kanunnikenbanken op hun plaats blijven staan. Nadat in 1366-‘67 de kerk was verheven tot Kapittelkerk kregen de kanunniken hun plaats in het koor en werden de koorbanken aangebracht. Omstreeks 1438-’41 zijn deze banken vervangen door de beeldhouwer Jan Terwen in renaissancistische stijl. Onder de zitplaatsen zijn de zogenaamde misericordes zichtbaar; kleine steuntjes waar oudere kanunniken op mochten steunen tijdens de lange mis.
Aan het einde van de banken zijn de prachtig gebeeldhouwde zijwangen te zien met onder andere een voorstelling van het offer van Abraham. Veel kerken in Nederland kennen nog restanten van kanunnikenbanken. Hier is de bijna complete dubbele rij banken nog aanwezig. De banken zijn naderhand naar het westen verlengd in een meer eenvoudige uitvoering. Het koor werd in 1743 aan de westzijde afgesloten met een koorhek, vervaardigd uit twee marmeren pilaren met daar-tussen fraai koperwerk.
In het koor zijn nog gewelfschilderingen te zien uit plm. 1500. De schilderingen in het schip zijn in 1930 aangebracht door Jacob Por in Art-Decostijl. Aan de noordwand van het koor is een muurschildering te zien van de lijdende Christus.
In het schip vraagt de marmeren kansel uit 1753-‘56 om aandacht. De kansel is voorzien van een prachtige koperen trap en bekroond met een opengewerkt klankbord. Met het fraaie mahoniehouten doophek is alles uitgevoerd in een weelderige rococo-stijl. Nederlandse kerken kennen slechts weinig preekstoelen van natuursteen. Tegen de westgevel zien we het orgel dat in 1761 gemaakt is door Niklaes Van Hage uit Antwerpen. Omstreeks 1760 werd deze kas uitwendig in Lodewijk XV-trant gewijzigd. In 1859 werd door W.H. Kam in de oude kas een nieuw instrument geplaatst met Hoofdwerk, Bovenwerk, Rugwerk en vrij Pedaal.
Dit artikel is onderdeel van een serie over religieus erfgoed in Zuid-Holland. Deze serie is tot stand gekomen in samenwerking met Jaap van der Veen, specialist religieus erfgoed.
2 reacties
Wij bezoeken met een groep gepensioneerden (65 -90 j) vanuit Oost Vlaanderen België jullie mooie grote kerk op woensdag 29 mei 2024 omstreeks 11 uur, kan dit ? Is de kerk open? Wat is de kostprijs ?
Beste Marcel, u kunt het beste rechtstreeks contact zoeken met de Grote Kerk in Dordrecht. De website vind je hier.
is de toren van de Grote kerk destijds onderheid met houten palen?