In 1559 benoemde Filips II, koning van Spanje en landsheer over de Nederlanden, prins Willem van Oranje tot ‘stadhouder’ van Holland, Zeeland en Utrecht. Als stadhouder was Willem van Oranje de plaatsvervanger van de landsheer en moest hij namens hem in de drie gewesten het gezag uitoefenen.
In 1559 benoemde Filips II, koning van Spanje en landsheer over de Nederlanden, prins Willem van Oranje tot ‘stadhouder’ van Holland, Zeeland en Utrecht. Als stadhouder was Willem van Oranje de plaatsvervanger van de landsheer en moest hij namens hem in de drie gewesten het gezag uitoefenen. Het bestuur van de Nederlanden droeg Filips in datzelfde jaar over aan Margaretha van Parma. Zij moest de ‘ketterplakkaten’, die een vervolging van de protestanten voorschreven, strikt uitvoeren.
Conflict over het stadhouderschap
Dit en Filips’ pogingen lokale bestuursbevoegdheden te beknotten leverden spanningen op met de Hollandse adel. Willem van Oranje bevond zich in een moeilijke situatie: aan de ene kant had hij trouw gezworen aan de Spaanse koning, maar aan de andere kant had hij moeite met diens politieke en religieuze beleid. In het gewestelijk bestuur van Holland kreeg Willem van Oranje steeds meer een leidende rol. Uiteindelijk zou hij het koninklijk gezag ondermijnen. Op 31 december 1564 hield Willem van Oranje een beroemde rede. Hij pleitte openlijk voor een tolerantere houding van Filips II en gewetensvrijheid van de onderdanen. Filips was echter onvermurwbaar en beval de handhaving van de plakkaten. Het conflict tussen Filips II en zijn stadhouder Willem van Oranje werd daarmee een feit.
Oranje in de oppositie
Onder het leiderschap van Oranje raakte Holland betrokken bij een nationale oppositiebeweging tegen de ketterplakkaten en Filips als landsheer. Het conflict tussen de opstandige gewesten en Filips II, beter bekend als de eerste fase van ‘de Opstand’ (1566-1598), leidde in 1581 tot het Plakkaat van Verlating. Daarin verklaarden de noordelijke gewesten (inclusief Holland) dat zij Filips II vanwege zijn tirannieke bewind niet langer accepteerden als de wettige landsheer. Drie jaar later, in 1584, schoot de katholieke Balthasar Gerards Willem van Oranje dood in Delft, waarmee de prins als leider en samenbindend element tussen de gewesten wegviel.
0 reacties