Naar overzicht

Nesli Irilmazbilek en de stille groep migranten

Emine Osmanoglou-Hakioglou
— 2 reacties

Vanaf de jaren '60 komen er steeds meer zogeheten gastarbeiders uit Spanje, Italië, Marokko, Griekenland en Turkije in Nederland werken. In eerste instantie tijdelijk, maar veel gezinnen vestigen zich toch voor langere tijd in Nederland. Dit verhaal belicht de ervaringen van de tweede generatie migrantenkinderen, zoals Nesli Irilmazbilek, die opgroeiden in Nederland en hun weg vonden in de samenleving. Lees hieronder het levensverhaal van Nesli, een lid van de tweede generatie gastarbeiders uit Turkije.

De alsmaar toenemende industrialisatie na de WOII zorgde ervoor dat er in de jaren 60 van de vorige eeuw steeds meer arbeiders nodig waren in Nederland. Ze kwamen steeds verder van buiten de grenzen van Nederland, bijvoorbeeld uit Spanje, Italië, Marokko, Griekenland en Turkije. Aanvankelijk werden ze geworven in de landen van herkomst. De personeelsfunctionarissen gingen op reis om mensen voor de fabrieken te werven. In de omgeving van de Alblasserwaard kwamen ze te werken bij bedrijven zoals de Nederlandse Kabel Fabrieken (NKF), De Vries Robbé, Philips, Lips, IHC, Wilton Feijnoord, etc.

Later ondernamen veelal mannen zelf het initiatief om op zoek te gaan naar werk. Het succes van de economische welvaart van West-Europa had een enorme aanzuigende werking en je kon het de mensen misschien niet kwalijk nemen dat ze avontuurlijke reizen ondernamen om een graantje mee te pikken van deze welvaart. En heeft de mens zich niet sinds mensenheugenis als nomade verplaatst op zoek naar vruchtbare gronden en groene weides, waren niet veel Nederlanders in de jaren 50 om dezelfde redenen naar Canada vertrokken?

Verhalen uit de stille groep

Inmiddels kennen velen de verhalen van migranten wel die zich vestigden in Nederland. Maar hoe verging het hun kinderen, de zogenaamde tweede generatie? In de media worden we geconfronteerd met zowel succesverhalen als verhalen van migrantenkinderen die onder de armoedegrens aan de rafelranden van de maatschappij leven met bijbehorende problemen.

Bijvoorbeeld het succesvolle verhaal van Corendon, opgericht door een lid van de tweede generatie met Turkse wortels of die van Karsu, een gevierde zangeres met Turkse wortels. We kennen helaas ook de minder voorspoedige voorbeelden. Maar representeren zij de grote stille groep migranten? De gewone mensen? Zij, die zich hebben gevestigd in de nieuwbouwwijken en werken bij de Nederlandse bedrijven of overheid, zonder enige rimpeling te veroorzaken? Zij, die zo goed en zo kwaad als mogelijk hun kinderen opvoeden en hun leven leiden naar eer en geweten?

Aangezien deze grote stille groep migranten onderbelicht blijft, maar deze mensen wel hun werkbare leven besteden aan de economische bedrijvigheid in ons land, lees je hieronder het levensverhaal van Nesli Irilmazbilek, lid van de tweede generatie gastarbeiders uit de jaren 60, met wortels uit Turkije, en inmiddels ook moeder van volwassen kinderen, de derde generatie.

Van Turkije naar Rotterdam

Nesli werd in 1967 geboren in Turkije, Karaman, een stadje zo’n 100 km ten zuiden van Konya. Konya, waar de van oorsprong Perzische filosoof en dichter Rumi in de dertiende eeuw vertoefde en waar nog steeds de ronddraaiende derwishen dansen, de ene hand ontvangend geheven in de lucht en de andere al schenkend aan de aarde en biddend tot de almachtige God. In de vroege jaren 70 van de twintigste eeuw verliet vader Ibrahim deze contreien op zoek naar een beter bestaan. Zijn wegen voerden hem door Frankrijk en België. Puur toeval zorgde er echter voor dat Nesli geen Parisienne werd maar Alblasserdamse. Daar laat Nesli echter geen traan om.

Haar vader kwam te werken in Nederland, waar hij eerst in Rotterdam woonde en waar hij verschillende baantjes had, onder andere bij scheepswerf Wilton Feijenoord. Uiteindelijk kwam hij bij de NKF terecht, in de volksmond de Kabelfabriek genoemd. Hier kreeg hij vertrouwen in de toekomst en stuurde tickets naar Karaman om zijn gezin over te laten komen. Het was eind 1973, Nesli is dan bijna 6 jaar. Ze vertelt lachend een anekdote die in haar familie vleugels kreeg: ‘We misten bijna het vliegtuig, omdat mijn moeder de tickets opruimde, zonder goed naar de datum te kijken, in de veronderstelling dat het nog wel even zou duren. Toen ’s avonds familie op bezoek kwam en ze de tickets wilden zien, zagen ze tot hun ontsteltenis de datum van de volgende dag. De post had er weken over gedaan om ons te bereiken! Hals-over-kop, zonder enige voorbereiding verlieten we huis en haard om het vliegtuig te halen.’

Vader bleek in Rotterdam-Noord een woning gehuurd te hebben. Het huis was echter zo klein, dat ze na 3 maanden verhuisden naar de Buitenhofstraat, dichtbij de Beukelsdijk. Januari 1974 werd vader aangenomen bij de NKF. Dagelijks werd hij opgehaald door een bus om naar de Kabelfabriek in Alblasserdam te gaan, herinnert Nesli zich. Zelf begon ze op de kleuterschool. Destijds waren kleuterschool en basisschool nog niet samengevoegd, dus na de kleuterschool ging Nesli naar een ander gebouw in de wijk, dat was de Adrienn Mildersschool.

Het leren van de Nederlandse taal ging heel snel, omdat er destijds weinig Turkse kinderen waren op school met wie ze Turks kon praten, het was een onderdompeling in de taal. Nesli bleek een slim meisje. ‘Ik herinner me dat ik zelfs ooit als beste van de klas mee mocht op bezoek bij de burgemeester, André van der Louw, en een gesprek voeren’, vertelt ze. Waar het over ging, weet ze niet meer, maar het boekje dat ze daarvoor had gemaakt, bewaart ze nog steeds.  

Tolkenklusjes

Al snel werd ze als basisschoolkind betrokken bij tolkenklusjes. Ze moest met andere Turkse mensen mee naar dokter, ziekenhuis of gemeentehuis. Ze zegt: ‘Achteraf gezien vind ik het toch bijzonder dat ik dat deed, want voor zoiets zouden wij toch tegenwoordig onze kinderen niet meesturen, ze confronteren met dat soort zaken?! Vaak wist ik niet eens waar het over ging en kende ik bijvoorbeeld de Turkse woorden voor nier of lever niet’. Als ze nu haar moeder er weleens naar vraagt, weet die eigenlijk ook niets beters te zeggen dan ‘Het was nodig, je hielp mensen ermee’.

Het waren gelukkige jaren. Nesli vertelt dat ze warm ontvangen werden door Nederlandse buren, ze voelden zich erg thuis en werden geholpen om te wennen. Zo mochten ze gebruik maken van de telefoon van de buren. ‘Sylvia, kom telefoon!’ riep de buurvrouw vanaf het balkon naar mijn moeder. ‘Wij vonden het grappig, ze kon de Turkse naam ‘Seviye’ niet uitspreken’. 

Destijds waren Nederlanders geïnteresseerd en bereid om hun de weg te wijzen. Dat is volgens haar nu wel anders geworden in de grote steden, de sfeer is totaal omgeslagen. Nesli is blij dat ze niet in Rotterdam woont, het dorpse en kleinschalige van Alblasserdam spreekt haar meer aan. Ze begrijpt de oorspronkelijke Rotterdammers dan ook goed die hun straatbeeld zagen veranderen en die minderheid werden in hun eigen straat. Zij noemt als voorbeeld hiervan de Beijerlandse laan en de Kruiskade, waar steeds meer migranten gingen wonen en de Nederlanders wegtrokken. Nesli prijst zich gelukkig dat zij op tijd naar Alblasserdam vertrokken want van enige onhebbelijkheden heeft ze nooit iets gemerkt in Alblasserdam. Maar een kantelpunt was bereikt: onvrede over elkaar werd steeds openlijker geuit.

Eigenwijze ouders

De brugklas voltooide Nesli aan de Wolfert van Borselen in Rotterdam. De tweede klas van de middelbare school begon ze in 1982 aan het Willem de Zwijger College in Papendrecht, afdeling vwo. Ze waren verhuisd naar Alblasserdam en haar vader hoefde niet meer te pendelen met de bus. Tot op de dag van vandaag woont Nesli naar grote tevredenheid in dit arbeidersdorp en ook haar broers en zus zijn hier gesetteld. 

Toen zij op de Willem begon werd Nesli’s grote wens ingewilligd: ze kreeg een splinternieuwe Peugeot fiets om naar school in Papendrecht te gaan. Terwijl ze destijds trots was op de fiets, wapperend met haar haren in de wind, wordt ze nu vervuld van trots op haar ouders en ontroering maakt zich meester van haar. ‘De fiets zal een rib uit hun lijf geweest zijn, want mijn vader was alleenverdiener en ze hadden het niet breed. Daarnaast werd elke cent opzijgezet, we zouden immers teruggaan als er genoeg gespaard was. Bovendien hoorde ik op een dag, gezeten op de trap, dat andere landgenoten mijn ouders waarschuwden voor de gevaren die ik met de fiets zou lopen onderweg. Zoveel vrijheid, het was in die tijd niet gebruikelijk. Gelukkig waren mijn ouders eigenwijs genoeg en hadden ze vertrouwen in mij, hun dochter, en daar ben ik nog steeds dankbaar voor’. 

"Gelukkig waren mijn ouders eigenwijs genoeg en hadden ze vertrouwen in mij, hun dochter, en daar ben ik nog steeds dankbaar voor.’

Ondanks alles was men in de Turkse gemeenschap ambitieus voor de kinderen en schoolopleiding stond met stip bovenaan. Zo kreeg Nesli alle ruimte om te studeren. Haar primaire taak bestond uit leren voor school, dat werd haar voorgehouden, huishoudelijke taken kwamen op de tweede plaats. Daardoor was ze veel in de plaatselijke bibliotheek te vinden om stapels boeken mee te nemen naar huis en voor haar plezier te lezen. Dit werd mogelijk gemaakt doordat haar moeder evenals Nederlandse moeders in die tijd, niet werkte en voor het huishouden zorgde. Hoewel moeder het achteraf betreurt dat ze zelf geen Nederlands heeft geleerd, noch gewerkt, ontbrak het hun aan niets. ‘Elk suiker- en offerfeest kregen wij, de kinderen, naar goed Turks gebruik, nieuwe kleding. Ze lieten ons zo min mogelijk merken dat ze financieel krap bij kas zaten. Zo was het ook niet de vraag of ze haar rijbewijs mócht halen, nee, het móest, het rijbewijs stond hoog in het vaandel, ze vonden het horen bij de opvoeding. Ik had eigenlijk niet zo veel nodig, ik was al blij met een boek, geloof ik, als je het vergelijkt met nu. Absoluut het belangrijkste was dat mijn ouders ons omringden met warmte en liefde’.

Links het Willem de Zwijger College aan de Van der Palmstraat in Papendrecht. Afbeelding: Foto: Regionaal Archief Dordrecht, Beeldcollectie Papendrecht

Niet uitgaan, wel een rijbewijs

In de vierde klas van het vwo kreeg Nesli problemen op school en bleef ze zitten. Jaren later zag ze hetzelfde gebeuren bij haar eigen kinderen rond de vierde klas, er was sprake van een dipje, heel normaal, vindt ze. Ze zegt: ‘De problemen die ik destijds ervoer hadden makkelijk opgelost kunnen worden, ik had slechts een extra steuntje in de rug nodig gehad, een steuntje dat ikzelf ontbeerde, maar die ik mijn kinderen wél kon bieden. In tegenstelling tot mijn ouders had ik zelf het Nederlandse schoolsysteem doorlopen, een goede opleiding genoten, kende het reilen en zeilen in de Nederlandse maatschappij en had een netwerk opgebouwd. Dat waren belangrijke zaken en zo was ik in staat om mijn eigen kinderen waar nodig te ondersteunen en zo grotere problemen te voorkomen.’

Nesli gaat verder over de periode op de middelbare school: ‘Hoewel ik een gemengde vriendengroep had, kon ik als tiener niet alles meedoen met de Nederlandse vriendinnen. Toen zij begonnen uit te gaan op de avonden, splitsten onze wegen zich. De Turkse gemeenschap in Alblasserdam was inmiddels gegroeid en ik was dankbaar dat ik vriendinnen had met wie we gezellige avonden thuis organiseerden. Op zaterdagavond naar een disco, durfden wij niet eens te vragen, je wist het antwoord al. Zelf had ik daar geen moeite mee, maar sommigen blijven hun ouders nog wel kwalijk nemen dat ze zo streng werden opgevoed. Ik dacht altijd positief, ik mocht weliswaar niet naar het eindejaarsfeest van school, maar ik mocht bijvoorbeeld wel mijn rijbewijs halen. Tijden zijn veranderd en de generatie van mijn kinderen heeft een veel grotere actieradius, hoewel ik mijn ouders wel goed begrijp: je vertrouwt je kind wel, maar de boze buitenwereld niet’.

Naarmate de Turkse gemeenschap in Alblasserdam groeide, kreeg Nesli meer gelijkgezinde vriendinnen. Er werd door de jaren heen een Turkse vereniging opgericht en een moskee gebouwd. Er zijn decennia geweest waarin de Turkse vereniging en moskee een grote rol speelden in de levens van de mensen. ‘Er werden allerlei activiteiten georganiseerd, maar tegenwoordig is er bijna niemand meer geïnteresseerd, er kan niet eens een bestuur gevormd worden’, zegt Nesli. Ook in Nesli’s leven heeft de vereniging een hiaat opgevuld, maar de functie die de vereniging voorheen had, is niet meer nodig. De nakomelingen van de gastarbeiders zijn langzamerhand als vanzelf steeds meer gaan deelnemen aan de Nederlandse maatschappij, aan sportclubs, muziekverenigingen, bioscoop, festivals, theater. Het rijke verenigingsleven uit de jaren 70, 80 en 90 is voorbij, overigens evenals dat van de andere, Nederlandse, verenigingen.

Emancipatie

Als Nesli terugblikt is er veel veranderd in de cultuur. De emancipatie die vanaf de jaren 60 ingezet is in Nederland, heeft ook binnen de Turkse gemeenschap plaatsgevonden. ‘Mijn Nederlandse vriendinnen en buurtgenoten merken op dat de huidige mannen van Turkse oorsprong veel meer doen in het huishouden, zoals koken, boodschappen doen, ramen lappen, terwijl hun beeld dat van een traditionele macho man is, wiens vrouw achter hem aanloopt in de straat.

Een buurvrouw grapt weleens dat Nederlandse mannen lang niet zoveel doen in het huishouden als mijn man en dat ze zelf ook maar zo’n man uit Turkije gaat halen, niet beseffend dat dit de jongere generatie is. Een andere buurvrouw, die slecht ter been is en die ik weleens meeneem voor een uitje, zegt dat voorheen de gastarbeiders op sleeptouw genomen werden door de Nederlanders, en dat nu de rollen omgedraaid zijn. En dat is wel goed om te horen’.  

Nesli met haar vader. Foto: privéarchief Nesli Irilmazbilek

Toch geen opleiding

Als we terugblikken naar Nesli’s schoolloopbaan, verliep die zoals die van vele andere jongeren. Ze kreeg tijdens een mooie diploma-uitreiking haar vwo-diploma uitgereikt en verheugde zich op de opleiding bedrijfskunde aan de Erasmus. Tot haar grote spijt kreeg ze echter te horen dat de opleiding vol zat en werd ze niet ingeschreven. Wat anders verliep dan die van de meeste jongeren, was dat ze op de een of andere manier niet keek of ze een andere opleiding kon doen en haakte af.

Terugblikkend vertelt ze: ‘Waarschijnlijk speelden meerdere factoren een rol, zoals onbekendheid met het onderwijssysteem, gebrek aan netwerk, onwetendheid. Bovendien was ik de eerste in mijn familie die wilde studeren, en bij de eerste beste tegenslag was er niemand om mij de weg te wijzen of te pushen’. Ze had wel een mooie vakantie verdiend, vond ze, na jaren van zwoegen op school en díe zomer verloofde ze zich in Turkije met haar man, met wie ze drie kinderen kreeg: Aylin, Dilara en Furkan.

"Bij de eerste beste tegenslag was er niemand om mij de weg te wijzen of te pushen"

Volwassen leven

Na terugkomst van vakantie ving het volwassen leven aan. Ze begon te werken bij het uitzendbureau en op die manier leerde ze toch wel wat bedrijven van binnenuit kennen. Zo werkte ze een poosje bij scheepswerf IHC op de afdeling Financiën. Het was net na een periode dat er gedwongen ontslagen waren gevallen en mensen via het uitzendbureau teruggevraagd werden om te komen werken, op tijdelijke basis of op contractbasis, tot groot ongenoegen van die mensen en dat had zijn weerslag op Nesli. ‘Er heerste een zeer onaangename sfeer en daar wilde ik niet blijven’, zegt ze daarover. En hoewel het bedrijf Nesli wilde houden, stapte zij toch op en kwam ze terecht bij een bollenbedrijf in Hendrik-Ido-Ambacht. ‘Samen met een andere vrouw deed ik de hele financiële administratie, van loonadministratie tot crediteuren- debiteuren, echt een breed scala aan werkzaamheden, daar leerde ik veel van. De sfeer was goed, vriendschappelijk, maar het was er wel heel stil, ik zag bijna geen andere mensen’.

Nesli zocht verder en in 1991 kwam ze te werken bij de administratie van de Sociale Dienst in Sliedrecht. Daar had ze het reuze naar haar zin.

Inmiddels was Nesli getrouwd met haar man Ibrahim (naamgenoot van haar vader) en had ze hem over laten komen uit Turkije. Ze woonden in een huurappartement aan de Van Eesterensingel. Terwijl Nesli werkte, leerde haar man Nederlands op de Volksuniversiteit in Dordrecht. Hij had in Turkije mbo autotechniek gedaan en Nesli hoopte dat hij verder zou studeren. Ze was bereid om zelf daarvoor te werken. Ze had bedacht dat hij in Nederland de mts zou doen en daarna doorstromen naar de hts. Maar plannen pakken niet altijd uit zoals je wilt, want na een poosje kreeg hij last van het feit dat hij op Nesli’s kosten leefde.

Ze kon hem nog zes maanden tegenhouden, maar daarna solliciteerde hij bij Nedstaal (vroegere NKF). Tot ieders verbazing werd hij niet aangenomen. Nesli’s vader had voor zoveel mensen bemiddeld daar, maar bij zijn eigen schoonzoon lukte het niet, wrang genoeg, omdat zijn Nederlands niet voldoende was, zei men. Dus werd het Insigne in Oud Alblas. Dit bedrijf bleek een schot in de roos en haar man werkt er nog steeds. Bij Insigne wordt er hard gewerkt, maar de sfeer is gemoedelijk en men is meelevend met het personeel. Er werden voorheen zelfs wekelijks taallessen georganiseerd voor de anderstalige medewerkers. Naast het werken in drie ploegen en het huishouden met drie kleine kinderen, bleef Ibrahim werken aan zijn Nederlands.

“Jij hebt juist altijd geluk met dit soort dingen”

In 1995 kocht het gezin een woning aan het Zwarte Paard. Het was een geweldige woning, maar toen de kindjes groter werden en buiten wilden gaan spelen, merkte Nesli dat dit onmogelijk was omdat ze pal aan de grote weg woonden en er geen achterom was. Ze ging weer de woningmarkt op en schreef zich in op een verloting in wijk Waterland. Op de dag van verloting echter, raakte Nesli ontmoedigd. Het was haar moeder die haar overhaalde om toch te gaan. ‘Jij hebt juist altijd geluk met dit soort dingen’, zei ze. Met lood in haar schoenen ging Nesli naar de bijeenkomst en zo licht als een vogeltje kwam ze thuis: ze was ingeloot! ‘Mijn oudste werd geboren aan de Van Eesterensingel, de middelste aan Het Zwarte Paard en mijn jongste in Waterland, die laatste eindelijk een kindvriendelijke wijk.’

Nesli ontwikkelde zich op haar werk. Zo behaalde ze haar MBA-diploma en certificaten voor onderdelen van SPD (Staatspraktijkdiploma) Bedrijfseconomie en werkte naar grote wederzijdse tevredenheid bij de Sociale Dienst in Sliedrecht. Tót het moment dat ze bij een sollicitatie binnen de gemeente aangaf dat ze in de toekomst parttime wilde gaan werken in verband met haar dochtertje. Ze werd door haar toenmalige leidinggevende afgewezen, want aan parttime werken deden ze daar niet, zei hij. De man werd teruggefloten door P&O: ze gaven te kennen dat de gemeente juist parttime werken faciliteert opdat vrouwen de arbeidsmarkt niet verlaten. Nesli zegt daarover het volgende: ‘Het kwaad was echter al geschied en wat de man ook beloofde, bijvoorbeeld dat ik zelf iemand in dienst mocht nemen om daarmee een duo-baan te vormen, ik ging weg, weliswaar na nog zes maanden full-time werken, en wel naar de gemeente Papendrecht’.

Nesli met zoon Furkan. Foto: privéarchief Nesli Irilmazbilek

Aan de slag in Papendrecht

Na een sollicitatiegesprek kwam Nesli onder andere als invorderingsambtenaar in dienst. Nesli licht toe: ‘Als inwoners hun gemeentelijke belastingen niet konden betalen, kwamen wij in actie en stuurden we de belastingdeurwaarder daarnaartoe, niet te verwarren met de gerechtsdeurwaarder, die is voor overige vorderingen. Als invorderingsambtenaar stond tijdens bepaalde periodes wekelijks mijn naam in de plaatselijke krant. Dan stond er breeduit: ‘Als u kwijtschelding wilt aanvragen of u wilt een betalingsregeling treffen, dan kunt u terecht bij mevrouw N. Irilmazbilek’. Ik was altijd blij dat ik niet in Papendrecht zelf woonde, je moet er niet aan denken dat je op die manier bekend staat bij dorpsgenoten. Maar Papendrechters die bij Insigne werkten, herkenden mijn naam en vroegen aan mijn man of zijn vrouw bij de gemeente Papendrecht werkte’.

Door als ambtenaar

Nesli werkt nu al bijna 34 jaar als ambtenaar. Hoewel ze soms denkt dat ze jarenlang onder haar niveau heeft gewerkt, is ze allang blij dat ze werk heeft, een gedachte uit de jaren tachtig toen er zoveel werkzoekenden waren. Bovendien ging het belang van de kinderen altijd voor. Ze zegt hierover: ‘Als er iets is met de kinderen, dan moet ik het werk uit mijn handen kunnen laten vallen en direct naar hen toe kunnen gaan. Hoe meer verantwoordelijkheid, hoe moeilijker dat kan.’
Rond 2010 fuseerden de omliggende gemeenten tot Drechtsteden en hun administratie moest centraal geregeld worden in Dordrecht, bij het ‘Servicecentrum Drechtsteden’. Als administratief medewerker verhuisde Nesli met haar functie mee. Toen greep ze haar kans en solliciteerde naar een senior functie.

Als senior medewerker werkte ze echter niet langer dan twee jaar in Dordrecht, want ze werd teruggevraagd door de gemeente Papendrecht. Ze zegt hierover: ‘Er waren wat administratieve taken zoals de begroting en jaarrekening achtergebleven en daar wilden ze mij voor terug. Ik vond het een hele eer dat achtergebleven collega’s mij terugvroegen. Sinds 2012 lever ik een bijdrage op onderdelen aan de jaarrekening en begroting van de gemeente. Ook doen we het voorbereidingswerk voor de accountantscontrole: wat is er uitgegeven, wat mag er uitgegeven worden en is het rechtmatig wat er uitgegeven wordt? Een geweldige job!’

Wat je geeft krijg je terug

Nesli’s leven is aaneengeregen door kleine successen, maar ook tegenslagen natuurlijk. Zo onderging ze in 2023 een ernstige operatie. ‘Ik heb nooit geweten, mijn kinderen evenmin, hoe geliefd ik was in mijn omgeving. Turkse mensen, Nederlandse mensen, wijkgenoten, vrienden, collega’s, kennissen, familie, ze waren zo begaan met mij, ik werd overstelpt door aandacht, bloemen en kaarten, hartverwarmend was het. Een oud-collega kwam zelfs helemaal uit België rijden om mij thuis te bezoeken. Het is zo fijn om ondergedompeld te worden in een warm bad van liefde! Alle hulp en aandacht die ik ooit aan mensen had geschonken, betaalde zich toen dubbel en dwars terug. Ik wist niet dat ik zo geliefd was, en dat is pas ware rijkdom!’

Nederland is thuis

Nesli, blijmoedig als ze is, heeft haar weg gevonden in Nederland, haar familie ook. Hopelijk illustreert haar verhaal het leven van de overgrote stille groep, bestaande uit nakomelingen van de vroegere gastarbeiders, die werk vonden in de Nederlandse industrie. Zonder veel rimpeling te veroorzaken leiden zij hun leven, doen hun ding, dragen bij aan de economie. Nesli heeft natuurlijk zelf ook de samenleving zien veranderen, weliswaar via het medialandschap, van de open armen van voorheen tot de verharding van vandaag de dag, van allerlei bevolkingsgroepen die tegenover elkaar komen te staan, de doorgeslagen mondigheid die geen ruimte laat voor nuance, maar ze herkent het gelukkig niet in haar eigen omgeving.

Voorlopig is haar familie hier geworteld en is Turkije een mooi vakantieland!

Nesli in Turkije. Foto: privéarchief Nesli Irilmazbilek
Over de auteur

Emine Osmanoglou- Hakioglou is inwoner van Alblasserdam en betrokken bij de historische vereniging aldaar. Zij tekent verhalen op van nieuwe inwoners van de streek. Eerder schreef zij het boek Tabaksblad en staaldraad, over het verhaal van de West-Thraciërs in de Alblasserwaard.

2 reacties

Arie den Boer 06 februari 2025

Prachtig artikel

Margreet de Deugd 13 februari 2025

Erg interessant om te lezen!

Plaats een reactie

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.