De voormalige scheepsbouwwerf in Slikkerveer kende roerige tijden. Dankzij strategische keuzes overleefde het bedrijf oorlog en crisistijden. De werf zorgde goed voor haar medewerkers, die sterk in aantal fluctueerden, maar velen bleven lange tijd het bedrijf trouw. Lees hier het verhaal van De Groot & Van Vliet.
Oprichting van de werf
De werf werd in 1910 opgericht door Daniel de Groot en Anthony van Vliet. Beiden kwamen uit families met een scheepsbouwachtergrond en zagen toekomst in de bouw van ijzeren schepen. Na een zoektocht naar een geschikte locatie kozen zij voor Slikkerveer vanwege de gunstige ligging bij de rivieren Lek, Noord en Nieuwe Maas en de steden Rotterdam en Dordrecht.
In 1909 werd een werf van de heer Schram in Slikkerveer te koop gezet. Daniel en Anthony huurden deze, met recht op koop, en begonnen op 2 januari 1910 onder de naam ‘De Onderneming’. Binnen een half jaar groeide het personeelsbestand van 2 naar 60 werknemers. De eigenaren vertelden dat ‘De Onderneming’ een zusterbedrijf was van de destijds erg bekende ‘Scheepswerf B. de Groot’ te Vrijenban, familie van Daniel. Door de orders die men binnenhaalde en de behaalde resultaten was men in staat uiteindelijk zelfstandig verder te gaan.
Snelle groei
Na het overlijden van Daniel in 1919 zette Anthony de werf voort. In 1920 werd het bedrijf officieel een naamloze vennootschap: ‘Scheepsbouwwerf v/h De Groot & van Vliet’. De werf stond vooral bekend om haar reparaties; binnen enkele jaren werden honderden schepen gerepareerd. Daar was veel personeel voor nodig, eind 1919 werkten er daarom al 120 mensen. De gemiddelde werkweek bedroeg toen “slechts” 63½ uur, maar overwerk was normaal want 94½ uur per week kwam regelmatig voor met uitschieters naar 104½ uur. Gelukkig werden de overuren wel uitbetaald.
Het uurloon steeg van 12 cent bij oprichting naar 38 cent in 1919. Salarissen werden contant uitbetaald door de directeur, er was geen loonzakje of salarisstrook.
Door de groeiende vraag naar binnenvaartschepen schoot de capaciteit tekort. Daarom werd in 1925 een tweede werf gekocht van Wed. A. van Duijvendijk in Papendrecht voor ƒ 96.339,- waardoor de productie verder kon toenemen.
Als je in Slikkerveer woonde, ging je natuurlijk bij van Vliet werken. En woonde je in Bolnes, dan ging je natuurlijk bij Boele werken.
Crisistijd
Maar zo snel als de opdrachtgolf was ontstaan, zo snel was die ook weer verdwenen. De crisisjaren braken aan, met grote consequenties voor de werkgelegenheid. Op 31 maart 1931 werd als gevolg daarvan de werf in Papendrecht gesloten, de werf in Slikkerveer moest personeel ontslaan.
Om toch zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden besloot de directie ‘voor eigen rekening en risico’ schepen op voorraad te bouwen. Mogelijke kopers werden gelokt met een korte bouwtijd en een goede prijs voor eventueel in te ruilen schepen. Kennelijk werd het een succes, want in 1934 was de werf eigenaar van ongeveer 20 ingeruilde schepen, die binnen 2 jaar allemaal weer verkocht waren.
Omstreeks 1936 kwam er weer wat beweging in de scheepsnieuwbouw. In Groningen had men een nieuw type schip ontwikkeld met als typenaam ‘kustvaarder’. In Slikkerveer besefte men al gauw dat zo’n scheepstype erg gewild zou worden en men besloot een eigen soort kustvaarder te gaan ontwerpen en bouwen.
Oorlog in Nederland
Tijdens de oorlog leefde iedereen in angst, ook het werfpersoneel. Er werd personeel geronseld om in Duitsland te gaan werken; maar er was heel weinig animo voor. De bezetters dwongen daarom 30 mannen om in Duitsland te werken. De werf kreeg bovendien opdracht om vier schepen voor de Kriegsmarine te bouwen, bedoeld voor drinkwatervoorziening van onderzeeboten. Door sabotage werden deze nooit volledig afgebouwd of geleverd. Het eerste schip is nog door de Kriegsmarine naar Duitsland vervoerd en daar afgebouwd, het tweede en derde schip zijn wel gebouwd maar nooit in Duitse dienst gekomen, aan de bouw van het vierde schip is men nooit begonnen.
Directeur Arie kwam na het overlijden van zijn vader in aanraking met de Gestapo en werd gevangengezet in Kamp Vught, waar hij Marinus Smits ontmoette, de latere oprichter van rederij Smits. Dankzij het personeel, dat zijn vrijlating bepleitte, kwam hij snel weer op vrije voeten.
Na de bevrijding
Na 1945 werden de door de Duitsers meegenomen materialen opgespoord en gereedschappen teruggevonden. Al snel na de bevrijding kwamen er veel reparatieorders binnen; het werden er zoveel dat het personeelsbestand opnieuw fors uitgebreid werd. Op 7 september 1969 werd het 10.000e schip, de Kroonborg van rederij Wagenborg, gerepareerd.
Ook de nieuwbouwafdeling kreeg meer opdrachten, vaak in serie. Zo bouwde de werf elf schepen voor de Verenigde Tankrederij (VT). De directie focuste op deskundig personeel, specialisatie, scherpe prijzen en snelle bouwtijden, vooral voor chemicaliëntankers en alcoholtransport. Een rederij bestelde zelfs drie schepen voor het vervoeren van whisky, rum en wijn.
Piratenschip
Soms ontving men ook bijzondere opdrachten. De meest vreemde verbouwopdracht was het ombouwen van de kustvaarder ‘Silvretta’ (gebouwd in 1948 bij de Groot & van Vliet) tot een heus piratenschip. Het schip was bestemd voor twee Zwitserse heren, die het schip wilden gebruiken voor illegale radio-uitzendingen vanaf de Noordzee. De naam van het schip werd ‘MEBO II’ (naar de eerste letters van de namen van de eigenaren, de heren Meister en Bollier). De naam van het radiostation werd ‘Radio Noordzee Internationaal’. Ook werd de naam ‘Radio Nordsee’ gebruikt.
Het ombouwen van het schip trok veel bekijks vanuit binnen- en buitenland; in Slikkerveer zijn nog nooit zoveel toeristen geweest als in die tijd. Men kwam met bussen vol naar de werf, zelfs vanuit Zwitserland. Op 22 oktober 1970 vertrok het schip naar zee. Nadat de periode van het piratenschip tot een eind was gekomen, kwam het schip later in handen van de Libische Marine, en kreeg het de naam ‘El Fateh’.
Concurrentie en het einde van de Groot & van Vliet
Vanaf de jaren 70 kreeg de Nederlandse scheepsbouw zware concurrentie uit het buitenland. Schaalvergroting en fusies waren noodzakelijk. In 1977 fuseerde Groot & van Vliet in de Yssel–Vliet Combinatie (YVC). Later werd besloten de werf van Groot & van Vliet te verlaten en de reparatiewerkzaamheden te verplaatsen naar het terrein van de voormalige werf Boele Bolnes. De nieuwbouw zou voortaan gaan plaatsvinden bij de Ysselwerf in Capelle aan den IJssel. De werf in Slikkerveer sloot uiteindelijk in 1989.
Werken op de werf
De directie was actief bezig om voor het personeel woonruimte te vinden. Omdat betaalbare huizen ook toen al schaars waren kocht de werf huizen, die aan het personeel werden verhuurd. Het probleem werd echter steeds groter. De directie liet daarom 120 woningen bouwen voor werknemers in de gemeente Ridderkerk. In bepaalde straten woonde vrijwel alleen werfpersoneel. Als je de straat noemde waar je woonde, wist men precies bij welk bedrijf je werkte. Voor woon-werkverkeer was er busvervoer, maar de fiets was het meest gebruikte vervoermiddel. De busmaatschappij verbood later vuile werkkleding in de bussen.
Loyaliteit was groot: in 1964 vierden 20 werknemers hun 25-jarig jubileum en 10 hun 40-jarig jubileum. In 1977 waren er zelfs werknemers met 40 en 50 dienstjaren.
Feest met Lee Towers
In 1980 werd er voor het personeel een feestavond georganiseerd ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan. Bij zo’n feest konden natuurlijk bekende artiesten niet ontbreken! Leen Huijzer, in de gemeente Ridderkerk toen al bekend als Lee Towers, was één van de aanwezige sterren. Bij een aantal mensen was dat toch wel reden tot verbazing. Hij was immers werkzaam bij Boele in Bolnes, een werf nog geen 3 kilometer verwijderd van de Groot & van Vliet, maar hij woonde in Slikkerveer.
Hoewel Slikkerveer en Bolnes beiden deel uitmaakten van de gemeente Ridderkerk, was er tussen beide dorpen een grote mate van rivaliteit; die rivaliteit bestond ook tussen de werknemers van de scheepswerven in Bolnes en Slikkerveer. Als je in Slikkerveer woonde ging je natuurlijk “bij van Vliet werken”, en woonde je in Bolnes, dan ging je natuurlijk “bij Boele werken”. Lee Towers week dus van het vaste patroon af in dit geval. De feestavond was wel een daverend succes.
Een bijzonder uitstapje
De werf had ook een grote, actieve personeelsvereniging. Naast deelname aan de regionale bedrijfsvoetbal-competitie en vele andere zaken werd er ook jaarlijks een reisje georganiseerd, wat altijd populair was. Het meest bijzondere uitstapje was in 1949; een dagtocht naar Schiphol. Er waren maar liefst elf bussen nodig om iedereen te vervoeren. Het zou kunnen dat de animo zo groot was, omdat men toen voor het eerst zijn “meissie” mocht meenemen. Tijdens de reis bleek dat één van de bussen voorzien was van een radio; dat was echt een luxe bus. Deze passagiers wilden graag dat de radio gedemonstreerd zou worden, iets wat de chauffeur geen probleem vond. Dat er gedurende de reis toevallig alleen maar ochtendgymnastiek op de radio was, maakte niet uit; het was toch een wonder, een radio in de bus!
Op Schiphol aangekomen was er voor 35 liefhebbers een rondvlucht met een KLM-toestel geregeld. Helaas was de KLM de reservering vergeten, dus geen vliegtuig. Maar de KLM liet zich toch van de goede kant zien en regelde snel een ander vliegtuig. Helaas konden daar zeven passagiers minder in, dus ook zeven teleurgestelde mensen. Bij de start van het vervangende vliegtuig trad er echter motorstoring op, waardoor de vlucht moest worden afgelast. Opnieuw regelde de KLM een vervangende machine, maar toen konden er slechts 21 passagiers mee; opnieuw een paar teleurgestelde mensen. De gelukkigen hadden toch nog een onvergetelijke vlucht.
In Utrecht werd gedineerd voordat men huiswaarts ging. De Utrechtse politie had echter ontdekt dat er maar liefst 11 bussen tegelijkertijd vanaf het restaurant zouden vertrekken. Dat zou grote overlast op de weg kunnen veroorzaken. De bussen mochten daarom niet vertrekken voordat er een aantal agenten met motor en zijspan waren aangekomen om de bussen veilig vanuit Utrecht naar de autoweg te begeleiden. Zonder verdere problemen kwam men heel tevreden terug in Slikkerveer. “Het was wel een dag om nooit meer te vergeten”, aldus de aanwezigen.
0 reacties