Naar overzicht

Het katholieke leven in vroegere tijden beleefd door een Delftse familie

Carla van der Drift
28 april 2025

Door de uitvaart van paus Franciscus, en de katholieke gebruiken daarbij op 26 april jl. dat uitgebreid op de televisie was te zien, raakte Carla geïnspireerd om onderstaand verhaal over religie op te schrijven. Paus Franciscus behoorde o.a. tot de franciscanen, en een oom van haar vader genaamd Matthaeus van der Drift was ook een franciscaan. Dit verhaal heeft ze gecombineerd met andere religieuze verhalen uit de familie. 

Beperking in godsdienstvrijheid

Vanaf 1572 werd de Rooms-Katholieke Kerk verboden door het stadbestuur in Delft, alleen het protestantisme mocht worden beleden. Het katholieke geloof werd wel oogluikend gedoogd, daarom werden de vieringen in een schuilkerk gehouden. Vanaf 1677 runden paters jezuïeten een schuilkerk die gewijd was aan Sint Jozef. Deze statie werd in 1773 overgenomen door de franciscanen. 

Alleen het protestantisme mocht worden beleden.

In deze roerige tijd werd Willem's vader, genaamd Adrianus van der Drift, als één van de eersten van familie Van der Drift in 1811 kort na zijn geboorte gedoopt in Delft. Adrianus zou later vooral bekend staan als wethouder en loco-burgemeerster van gemeente Vrijenban (tegenwoordig gemeente Delft). De generaties daarvoor werden gedoopt in Hodenpijl (tegenwoordig Schipluiden) in de Roomsch-Catholijcke Statie. Dat gebeurde in een tijd dat katholieke diensten officieel verboden waren. Ook in 1811 toen Adrianus van der Drift gedoopt werd was er nog geen godsdienstvrijheid. Pas in 1848 met de grondwetswijziging kwam er volledige godsdiensvrijheid. 

De Sint-Jozefkerk

In 1875 begon de bouw van een neogotische kerk op een stuk grond aan de Burgwal dat aansloot aan de grond van de Sint-Jozefkerk, in opdracht van de franciscanen. De nieuwe kerk werd rond 1880 voltooid en in 1882 plechtig ingewijd. De kerk is gebouwd in de vorm van een kruis, en de twee torens zijn een verwijzing naar de torens van de Oude en de Nieuwe kerk. De Sint-Jozefkerk was de eerste katholieke kerk die na de Reformatie weer zichtbaar in het centrum van Delft gevestigd was. Met deze kerk heeft familie Van der Drift een verbondenheid.  

Nicolaas en de St.-Jozefkerk

Ten tijde dat de St.-Jozefkerk nog niet volledig voltooid was vierde Willem's opa Nicolaas van Leeuwen (vader van Willem's moeder Magdalena van Leeuwen) zijn 100-jarige verjaardag op 9 mei 1877 in de Jozefkerk. De laatste jaren van zijn leven woonde Nicolaas in Delft aan de Broerhuislaan, zoals de huidige Burgwal zuidzijde in de binnenstad destijds heette. Op zijn honderdste verjaardag schreed de krasse grijsaard onder zeer veel belangstelling naar de kerk, waarbij pastoor Strik voor deze gelegenheid een loper zou hebben uitgerold van de kerk tot aan Nicolaas zijn huis. 

Foto van de krant de Delftsche Courant van zondag 6 mei 1877, waarin te lezen is dat Nicolaas van Leeuwen op woensdag 9 mei 1877 zijn 100ste verjaardag zal vieren in St.-Josephskerk (oftewel St.-Jozefkerk) te Delft.

Jozefkerk verandert naar Maria van Jessekerk

In 1971 werd de naam Sint-Jozefkerk veranderd naar Maria van Jessekerk. De kerk werd vernoemd naar Maria die vanaf de middeleeuwen onder de naam Maria van Jesse werd vereerd. Ook speelde de geschiedenis van het Maria mirakelbeeld een rol. Het is de geschiedenis van een jonge vrouw die bij het Mariabeeld in de Oude Kerk in 1327 op wonderbaarlijke wijze genezen werd van haar blindheid. Volgens de overlevering volgden daarna nog vele wonderen. Het wonder maakte Delft tot een van de grootste Mariabedevaartsoorden van de noordelijke Nederlanden. Eind zestiende eeuw met de Reformatie werd de Mariaverering verboden. Maar begin 20e eeuw werd dit weer opgepakt. In 1939 schafte men een "nieuw" Mariabeeld aan uit dezelfde tijd en die er erg op leek. Bij de Jozefkerk werd een speciale kapel gebouwd waar het beeld vereerd kon worden. En de jaarlijkse ommegang ter ere van Maria werd weer in ere gesteld.

Tegenwoordig is de Maria van Jessekerk nog in gebruik voor katholieke diensten, maar is het ook een monument die de katholieke geschiedenis van de stad Delft weergeeft.

Luchtfoto met de Nieuwe Kerk en de Maria van Jessekerk gezien vanaf de Oude kerk in oostelijke richting. De kerk met de 2 torens is de Maria van Jessekerk. De foto is gemaakt op 29 juni 1981. (Foto: Ton Kerklaan / Stadsarchief Delft).

Het gezin van Willem van der Drift

Willem van der Drift woonde aan de Rotterdamseweg 312 in Delft en kreeg samen met zijn echtgenote Jaantje Wijsman zeven kinderen. Twee overleden er al snel, vijf zouden wel tot volwassenen opgroeien. De oudste zoon werd een franciscaan pater. Hun derde kind, genaamd Betje, werd een Clarissen-kloosterzuster. Het vierde kind, zoon Bernard (maar werd meestal Cupido genoemd), en het vijfde kind dochter Mas waren beiden doof. Het jongste kind genaamd Antoon zou later de boerderij van zijn vader overnemen. 

Tegenwoordig is er nauwelijks nog iemand die het klooster in gaat, maar vroeger was het niet ongebruikelijk dat iemand uit de familie het klooster in ging of een priester werd. Het had zelfs een bepaald aanzien en zou de familie geluk en voorspoed geven.

Franciscaan Matthaeus van der Drift

De oudste zoon van Willem werd een franciscaan pater. Een aantal jaar volgde hij een studie en verbleef hij in het Minderbroederklooster te Weert. Zijn kloosternaam werd Matthaeus. In 1909 kreeg hij op 26-jarige leeftijd een priesterwijding in de Minderbroederskerk in Weert. En zijn eerste plechtige heilige Mis was op 13 april 1909 in de St.-Josephkerk in Delft. (Ook wel geschreven als Jozefkerk). In de tijd dat zijn broer Antoon eigenaar was van de boerderij aan de Rotterdamseweg 312, kwam hij regelmatig langs. Hij was hier tenslotte opgegroeid, maar kwam vooral voor familiebezoek. En hij bleef dan ook slapen. Zo kwam hij bijvoorbeeld altijd met Pasen, dan was het feest omdat hij paaseieren verstopte op het erf en de boomgaard van de boerderij. Zijn neefjes en nichtjes (de kinderen van zijn broer Antoon) mochten die paaseieren gaan zoeken en dat was dolle pret. De kinderen spraken hem aan met Heeroom, de benaming die vroeger werd gegeven aan een oom in de Katholieke Kerk. Als franciscaan behoorde Matthaeus van der Drift tot een kloosterorde bestaande uit volgelingen van Franciscus van Assisi.

Franciscus van Assisi is een van de grootste heiligen van de Katholieke Kerk. De boodschap van Franciscus is: eenvoud en liefde voor de medeschepselen. Hij had een grote liefde voor de medemens, natuur en dieren. Op zijn feestdag op 4 oktober wordt elk jaar Werelddierendag gevierd. Een bijzondere gebeurtenis in het leven van Franciscus was dat hij op de berg La Verna de stigmata ontving, de wondtekenen van Jezus kruisiging. Binnen de Orde van franciscanen zijn verschillende splitsingen, één daarvan is de Orde der minderbroeders. Daartoe behoorde Matthaeus van der Drift.

In het jaar 1212 kreeg de Orde van Franciscus een vrouwelijke tak, de Orde van Clarissen, dat gesticht was door de heilige Clara. Clara was een stadsgenoot van Franciscus en zij hadden een goede band met elkaar. De Clarissen is een Orde van slotzusters, zij leven in een pauselijk slot, dat wil zeggen dat zij niet het klooster uit komen.

Clarissen zuster Agnes van der Drift

Bij haar geboorte voorspelde de dokter dat Betje hoogstens een week te leven had. Maar hij had het mis, uiteindelijk zou ze een hoge leeftijd bereiken. Waarschijnlijk was haar broze gezondheid één van de redenen waardoor ze voor het klooster koos. Willem's dochter Elisabeth van der Drift, meestal afgekort tot Betje werd op 20-jarige leeftijd een kloosternon als Lid van de Orde der Clarissen op 12 november 1905 te Ammerzoden. En op 16 november 1909 sprak zij haar plechtige professie uit op de Regel van St. Clara. Haar kloosternaam werd Zuster Agnes. In het klooster leefde zij door haar kwaaltjes in een uitzonderingspositie. Agnes had in haar jeugd geleerd zich in te leven in anderen; zij was het die als jong meisje haar dove broertje en zusje begreep. Volgens haar mede kloosterzusters was zij jarenlang in het klooster de schakel tussen "binnen" en "buiten" en met haar groot inleveningsvermogen kon zij ieder persoon en in iedere situatie de juiste toon treffen. Nog ouder geworden onderhield zij met velen een speciale band. Door haar wijsheid, mocht zij zich op 50-jarige leeftijd in het klooster bij de wijze ouderen scharen.

In 1937 overleed Agnes haar vader Willem en haar moeder Jaantje was al eerder overleden. Na die tijd nam Willem's zoon Antoon het over om zijn zus te bezoeken in het klooster.

Antoon v.d. Drift ging met zijn echtgenote Cor, broer Bernard, en de jongste zoon Aad regelmatig op bezoek bij zijn zus die in het klooster zat. In die tijd was het nog heel streng in de kloosterorde waarin zij zat. Eens in de tijd mocht een zuster bezoek krijgen van familie. In de bezoekersruimte werd de familie ontvangen, en in een soort loket met tralies en een gordijntje ervoor nam zuster Agnes plaats. De familie mocht even haar gezicht zien, zonder te spreken met elkaar. Daarna ging het gordijntje dicht en kon men met elkaar praten. Bij hoge uitzondering was door de kloosterorde besloten dat Bernard haar wel mocht zien, aangezien hij doof was en anders niet kon communiceren met haar. Daar maakte de familie dankbaar gebruik van en zat er ook bij. Zodoende kon men haar toch zien en spreken tegelijkertijd. Vele jaren later zou het er niet zo streng meer aan toe gaan. De kloosterzusters zijn een paar keer verplaatst. De laatste verblijfplaats van Zuster Agnes was in Wijchen. Naar die plek in Wijchen ging Aad van der Drift later inmiddels als getrouwd man met zijn gezin eens in de zoveel tijd op bezoek. In die tijd kon je haar zonder beperkingen bezoeken, met haar in dezelfde ruimte verblijven, en aan een tafel of waar dan ook met haar praten. En haar ook een zoen of hand geven. Ook Aad zijn broer Anton en zussen gingen eens in de zoveel tijd op bezoek bij haar.

In 1980 vierde Zuster Agnes haar 75-jarige kloosterfeest. Ze was toen 95 jaar. Vanwege haar 75 jarige jubileum pakte een lokale krant in Wijchen groot uit, met een uitgebreid interview met haar foto erbij. Getiteld: "Bijzonder jubileum kloosternon". Een paar jaar later in 1983 overleed ze op 98-jarige leeftijd in het kloosterbejaardenoord La Verna in het kerkdorp Alverna in gemeente Wijchen.

Zuster Agnes in de krant

In het krantenartikel van 1980 geschreven door journalist Pieter de Hollander staat;

Vijfenzestig jaar lang heeft ze achter tralies gezeten. Eerst waren dat de ijzeren tralies ("zulke dikke", en ze maakt een veelzeggende beweging met haar duim en wijsvinger), later werden de tralies uit plastic vervaardigd. Er tussen door heeft zuster Agnes van der Drift uit het Alvernase klooster-bejaardenhuis "La Verna" de buitenwereld ook nog vanachter "varkensgaas" bekeken......  Vandaag is het precies driekwart eeuw geleden dat de 95 jarige zuster achter de tralies verdween. Ze koos er zelf voor, want het waren "pauselijke tralies". Ik werd in 1905 Clarissenzuster in een besloten klooster, dat wil zeggen, dat we ons volledig van de buitenwereld afzonderden. Veertig jaar lang heb ik achter de tralies gezeten van het Clarissenklooster van Ammerzoden. De eerste keer dat ik echt even naar buiten kon, was toen het verplichte vrouwenkiesrecht werd ingevoerd. We moesten naar de stemhokjes. De hoogbejaarde, maar zeer bij-de-handte zuster Agnes, lacht als ze eraan denkt, hoe tijdens de stembus gang in de twintiger jaren vele familieleden gebruik maakten van de gelegenheid om eindelijk een glimp op te vangen van "opgesloten" religieuze familieleden. Onder normale omstandigheden zagen we onze familie niet. We mochten praten met elkaar tussen de tralies door, maar dan zat er wel een zwart gordijn tussen, vertelt zuster Agnes, die tegenwoordig de vrijheid in La Verna best laat smaken. Toen zij na twee dagen bij de "buitenzuster" van klooster Ammerzoden "nog even lol gemaakt te hebben" defenitief het habijt aantrok, ging zuster Agnes pad goed "aan de rol'. Zij was het immers die 23 jaar lang de rol bediende, een instrument aan de kloosterpoort dat fungeerde als een doorgeefluik tussen de kloostergemeenschap en de "buitenwereld". Agnes bediende deze "lichtdichte" draaischijf, nam de voorraden van buiten in ontvangst, en gaf de boodschappen van haar Eerwaarde Moeder door naar buiten. "Onze poorten" gingen pas echt open in de tweede oorlog, die wij meemaakten. De oorlog van 1914-1918 daar hebben we nauwlijks iets van gemerkt. Maar in de Tweede Wereldoorlog fungeerden wij als toevluchtsoord. Toen we na de oorlog een andere klooster betrokken, namen we de tralies uit Ammerzoden mee. Pas in Silvolde, ons klooster in de Achterhoek kwamen we meer in contact met de buitenwereld. De afschaffing van ons symbool de tralies, was een hele gebeurtenis. Maar de Delftse zuster heeft zich altijd soepel aan weten te passen aan dergelijke veranderingen. Een stil bewijs daarvan is het piepkleine radiootje, dat ze in haar "luxe-cel" in "La Verna" heeft. Maar het staat alleen aan, als er niet van die klets op is. Dan klets ik liever zelf, met de zusters en paters hier......  Aldus zuster Agnes tijdens haar gesprek met de journalist van de krant.   

Janus en de Vredeskerk

Willem's oudere broer Janus van der Drift ging al vroeg rentenieren met zijn echtgenote Kee v.d. Burg. Rond 1907 liet hij een villa bouwen met toestemming op de grond van zijn broer Willem, die op de boerderij aan de Rotterdamseweg 312 woonde. Aangezien Janus en Kee geen kinderen hadden gekregen woonden ze op deze manier toch vlakbij familie. Janus was financieel zeer rijk en tevens een katholiek gelovige man.

In januari 1919 werd kapelaan Van der Salm door de bisschop van Haarlem (Delft behoorde onder diens diocees) naar Delft gezonden voor het stichten van een nieuwe parochie in Delft. En Janus raakte daar actief bij betrokken. Op 9 maart werd tijdens de eerste vergadering de bouwcommissie geïnstalleerd voor de Sacramentskerk in de wijk Wippolder met daarin Janus. In eerste instantie werd er een hulpkerk gebouwd die in 1921 ingezegend werd. Toen deze parochie in 1921 van start ging werd hij Kerkmeester. Hij stond in voor de dagelijkse financiële beheer van de kerkgemeenschap en de dagelijkse zorg van het kerkgebouw. 

Die hulpkerk zou tot 1940 dienst doen, daarna werd het grotere kerkgebouw in gebruik genomen. Dit mocht Janus zelf niet meer meemaken, maar als een rijke man liet hij bij zijn sterven in 1937 als erfenis bijna al zijn geld na voor de bouw van de grote Sacramentskerk en de parochie. (Hij schonk dit o.a. aan pastoor Van der Salm). Die kerk werd rond 1940 afgebouwd, en wordt ook wel de Vredeskerk genoemd. Sinds 2002 is het een Rijksmonument. Henk van der Drift van Drukkerij/uitgeverij Van der Drift was een petekind van Janus en hij hoopte destijds op een aardigheid uit het nalatenschap van Janus. Dat viel tegen, praktisch het gehele vermogen was vermaakt aan het werk van bouwpastoor Van der Salm in Wippolder. Na het voltooien van de Sacramentskerk beschouwde hij en zijn broers deze maar voor de grap als hun wat ruim uitgevallen huiskapel. 

Naast de Sacramentskerk lag de Cornelis Musiusschool deze werd eraan gelieerd. Vroeger bestond het fenomeen "parochieschool" dat was een school onder het kerkbestuur van de parochie. De kinderen gingen vaak 's ochtends eerst naar de kerk, en daarna direct door naar de katholieke basisschool, dat er vlakbij lag. 

Tot slot

In de huidige tijd is er steeds meer sprake van ontkerkelijking, en dat geldt ook voor mijn familie. Al kan spiritualiteit in welke vorm dan ook wel meer bezieling geven in een leven. 


Opmerkingen

Willem van der Drift is de opa van mijn vader Aad v.d. Drift. Willem leefde van 1851-1937, groeide op aan de Rotterdamseweg 358, daarna als eigenaar aan de Rotterdamseweg 312 te Delft. Voor een deel is het verhaal vanuit zijn perspectief geschreven, voor de duidelijkheid. Maar de familieinformatie komt voornamelijk bij mijn vader en andere familieleden vandaan, en hetgeen schriftelijk te vinden was van de familie.

Willem's vader, genaamd Adrianus van der Drift leefde van 1811-1879, aan de Rotterdamseweg 358 te Delft. Hij stond bekend als wethouder en loco-burgemeester van gemeente Vrijenban (tegenwoordig gemeente Delft). Tijdens zijn wethouderschap werd o.a. besloten om het Raadhuis van Vrijenban te bouwen, dat tegenwoordig een monument is. Het staat ook bekend als Villa Vrijenban. Dit gebouw is te vinden aan de Nieuwe Plantage 58 te Delft.

Bij Matthaeus van de Drift staat in de tekst zijn voornaam niet vermeld omdat ik die niet weet. Familieleden weten wel zijn doopnamen, maar niet zijn voornaam. Door familieleden werd hij altijd Heeroom genoemd. En de naam Matthaeus heeft hij gekregen toen hij als franciscaan het klooster in ging. Matthaeus leefde van 1882-1962. Hij zat in een klooster in Weert, maar hij overleed in Wijchen. Waarschijnlijk zat hij in Wijchen ook in een bejaardenklooster. Ikzelf heb Matthaeus niet gekend, toen was ik nog niet geboren. Maar mijn vader kent hem wel als Heeroom.

Zuster Agnes van der Drift leefde van 1885-1983. Vanwege de hoge leeftijd die ze bereikte, heb ik haar ook kunnen meemaken. Als kind ging ik regelmatig mee naar het bejaardenklooster in Wijchen.
Jaarlijks worden er op (4 oktober) Wereld-dierendag, rond het feest van de Heilige Franciscus er dierenzegeningen gehouden in de Maria van Jessekerk. Diereneigenaren kunnen dan hun dieren mee nemen naar de kerk en ze laten zegenen.

Willem's zoon Antoon van der Drift (de vader van mijn vader Aad), die ook in dit verhaal voorkomt, daarover is meer te lezen op de website van Geschiedenis van Zuid-Holland bij het verhaal: Familie op twee continenten. (Antoon woonde aan de Rotterdamseweg 312, hij is daar geboren, en nam later als eigenaar de boerderij over van zijn vader Willem).

Eenmalig komt de naam Henk van der Drift (van Drukkerij/uitgeverij Van der Drift) in het verhaal voor als petekind van Janus. (In de tekst heb ik erbij vermeld Henk van "Drukkerij van der Drift", vanwege dat er meer Henk's in de familietakken van Van der Drift voorkomen. Voor de duidelijkheid en herkenbaarheid heb ik deze aanduiding erbij geschreven). Meer info over Henk van der Drift is te vinden op de website van Geschiedenis van Zuid-Holland bij het verhaal: De geschiedenis van Delftse drukkerij Van der Drift.  

Over de auteur

Carla van der Drift haar opa was een neef van A.J.M. van der Drift, de oprichter van drukkerij/uitgeverij Van Der Drift. Zij heeft hem niet gekend, maar raakte wel geïnspireerd door het mediabedrijf doordat de krant de Delftse Post bij haar thuis altijd op de deurmat viel. Later zou zij ook werkzaam zijn bij de media in o.a. fotojournalistiek bij de krant de Delftse Post.

0 reacties

Plaats een reactie

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.