Naar overzicht

Herinnering aan de Bevrijding in Indië

Marianne in ’t Anker-De Jong

Marianne in ’t Anker-De Jong (1938-2014) ging als éénjarig meisje met haar vader en moeder naar Batavia. Haar vader werkte in de diamanthandel en zag al vroeg in dat het in Europa fout zou gaan voor Joodse gezinnen als het zijne. Hij kende Azië goed, dus regelde hij in 1939 een baan in Nederlands-Indië. Alleen kon de familie toen niet weten dat daar ook oorlog zou uitbreken, en dat er in Nederlands-Indië ook antisemitisme was.

Dit verhaal is gebaseerd op het interview afgenomen op 10 augustus 2012 in Den Haag door Guido Abuys met mevrouw Marianne S. in ’t Anker-De Jong. De rechten van het interview liggen bij het Archief Herinneringscentrum Kamp Westerbork.  

“We gingen eerst naar Penang, op Malakka. Pas later zijn we naar Java gegaan, naar Batavia. In Batavia hadden we een huis, met een djongos[1], een tuinman, een kokkie[2], een baboe[3], zoals iedereen voor de oorlog, een hele stoet personeel. Op gegeven moment was het oorlog in Nederland. Mij werd dat niet verteld, maar ik voelde wel als kind dat de sfeer veranderde. Er kwam een sfeer die ik niet kon grijpen, maar het voelde niet veilig meer. Later gebeurden er allemaal vreemde dingen, huisdieren werden opgehaald en onze auto werd meegenomen door Japanners. Zoals mijn ouders reageerden, daardoor wist ik dat er gevaar was als er Japanners waren. En ook werd mij geleerd: denk erom, Nippon. Dat betekende dat ik niet meer alles kon zeggen.”

Ik voelde wel als kind dat de sfeer veranderde. Er kwam een sfeer die ik niet kon grijpen, maar het voelde niet veilig meer.

“Mijn vader had angina pectoris. Ook zat hij in het verzet tegen de Japanse bezetter. Hij beheerde gelden voor de geallieerden, een soort geheim kasboek.  De Japanners kwamen erachter dat mijn vader daarbij betrokken was. Daarvoor moest hij zich melden bij de Kempeitai[4], maar vanwege zijn ziekte kon dat niet. Ze vielen ons huis binnen en zijn heel gewelddadig geworden. Ik was er per vergissing bij toen ze hem begonnen te slaan. Eerst met handen en vuisten en later met zijn eigen wandelstok. En…ja, toen begon ik te huilen. Hij is op een gegeven moment gevallen en toen hebben ze hem meegenomen naar de Kempeitai. Later heb ik gehoord dat hij tijdens een twee uur durend verhoor overleden is, door het slaan, het mishandelen, en zijn angina pectoris. Japanse soldaten kwamen later weer met hem binnen en hebben hem dood op zijn bed gekwakt.”

Om de orde in het chaotische Nederlands-Indië te handhaven werden onder meer Brits-Indische troepen ingezet. Soldaten rechts zijn uit een Dajita van Royal Air Force gestrapt op het vliegveld van Bandoeng. Pas bevrijde Nederlandse mannen. vrouwen en kinderen staan klaar om met hetzelfde toestel te worden geëvacueerd. (Foto Sgt. Woollactott/Imperial War Museum?Collectie Air Ministry Second World War)

“Mijn moeder en ik moesten ons huis verlaten en gingen eerst naar Tjideng, dat was een huizenkamp. Toen Japan samenging met Duitsland moesten de Japanners de Joden apart in kampen stoppen, in strafkampen. Daarom zijn wij eerst naar Tangerang op transport gesteld en daarna naar Adek. Dat was dus speciaal voor Joodse vrouwen en kinderen. Ze moesten dus Joden slechter behandelen dan gewone Europeanen. Maar er zaten bijvoorbeeld ook Irakese Joden tussen, die in feite ook Aziaten zijn. Dus dat was verwarrend voor ze, wel of niet Joods. Je werd in zo’n kamp dus heel bewust gemaakt dat je Joods was, maar ik wist helemaal niet wat dat was eigenlijk. We vierden thuis ook helemaal geen Joodse feestdagen, maar wel Kerst en Sinterklaas.”

Kamp Tjideng: na de Duitse capitulatie op 4 mei was Nederland binnen een paar dagen daadwerkelijk vrij. De Japanse capitulatie op 15 augustus betekende echter geen onmiddelijke bevrijding van de Nederlanders die in Nederlands-Indië geïnterneerd waren. Deze vrouwen werden in september nog verzorgd in de ziekenbarak van kamp Tjideng in Batavia, nu: Jakarta. (Foto: Netherlands Indies Government Information Service, Nationaal Archief / Fotocollectie Elsevier Binnenland)

“In Tangerang en Adek sliepen we op de kolong, dat zijn houten planken, in een barak. En daar hadden we op Tangerang 55 centimeter breedte per persoon, en op Adek 50 centimeter breedte per persoon. Ik weet dat ze in andere kampen insecten aten enzo, maar dat heb ik nooit gedaan. Ik heb wel een heleboel pijn in mijn buik gehad van de honger, en dat realiseerde ik me maar daar heb ik niks aan gedaan. Mijn moeder heeft me ongelofelijk bijgebracht dat je altijd eerlijk moest blijven. En dat is ze tot in het kamp toe gebleven. Dus er was geen haar op mijn hoofd die er aan dacht om iets te stelen. Dat mocht niet. Je moest eerlijk zijn. Verder herinner ik me dat we ontzettend veel op appèl moesten staan. Je had vaste appèl tijden, maar ook op de meeste krankzinnige momenten als ze vonden dat er weer een appèl gehouden moest worden. Soms uren en uren achter elkaar. En je kon niet naar de wc. Dus je had de keuze: of het op te houden of het maar te laten lopen. Daar heb ik nog altijd last van, dat ik in paniek raak als ik niet op tijd kan plassen.”

Vrouwen kleden kinderen aan in het Adek-kamp in Batavia, 11-1945. (Foto: Willem van de Poll, Nationaal Archief / Fotocollectie Van de Poll)

“Op 30 augustus 1945 werd ons kamp bevrijd, onder andere door Australische soldaten. Dat was de sterfdag van mijn vader. Ik wist dat niet, maar ik weet nog dat ik mijn moeder zag huilen en dacht: “vrij zijn is dus helemaal niet leuk”. Eerst konden we het kamp niet uit, door de Bersiap[5] was het te onveilig. De Japanners hadden natuurlijk de oorlog verloren, maar moesten nu zorgen dat ons niets overkwam, nu wij nog niet weg konden. Toen veranderden er wel een aantal dingen, gingen ze ons bijvoorbeeld opeens meer eten geven. En je ging wat meer plannen maken, zo van na de oorlog, dan gaan we naar Holland enzovoort. Langzamerhand kwamen er ook mannen terug van de mannenkampen, dus toen werd ook duidelijker wie er wel en wie er niet meer waren. Maar je kon nog niet alles maken. Er waren mensen die zo maar het Wilhelmus durfden te zingen en die werden toch nog afgestraft. Toen het eindelijk veilig was het om het kamp te verlaten liep ik met mijn moeder naar de poort en zei ze: “kom we gaan naar buiten”. Ik durfde helemaal niet naar buiten, ik kende de wereld buiten het kamp bijna niet meer.”

Toen het eindelijk veilig was het om het kamp te verlaten liep ik met mijn moeder naar de poort en zei ze: “kom we gaan naar buiten”. Ik durfde helemaal niet naar buiten, ik kende de wereld buiten het kamp bijna niet meer.

“Mijn moeder kreeg in het kamp bericht dat ze het hoofd van de Indische afdeling van Oorlogsdocumentatie zou worden en dat we daarom met een legervliegtuig van de RAF extra snel naar Nederland zouden mogen vliegen. Zo zijn we via Karachi en Allahabad naar Malta gevlogen, en vlogen we de vrijheid tegemoet. Op 16 januari 1946 kwamen we op de legervliegbasis in Katwijk aan, en daar stonden mijn grootouders en tante Noor op ons te wachten, dat was gek, en vooral heel koud. Opa, oma en tante Noor waren naar Amerika gevlucht, en teruggekomen na de bevrijding in Nederland. Mijn tante Noor met het vrouwelijke leger, zij heeft Nederland helpen bevrijden. Verder waren er andere familieleden van moederskant die hebben zelfmoord gepleegd, want die zagen wat er ging gebeuren. Van mijn vaders familie is, behalve één nichtje dat ondergedoken zat, iedereen omgekomen in Bergen Belsen, Sobibor of Auschwitz. Ik ben altijd heel jaloers geweest op kinderen die een vader hadden, en broers en zusjes.”

“Op school vonden ze me wel interessant, en werd ik ontvangen van: “Nou, vertel eens hoe het was in het kamp” enzovoort. Maar als je werkelijk iets wou zeggen, was er geen plaats voor onze oorlog. Er was hier een oorlog geweest die vreselijk was. Zo veel mensen en Joden zijn vervolgd. Ik weet ook nog dat iemand ooit eens gezegd heeft tegen me: “Nou, jij boft nog maar zeg, dat jij in een Indisch kamp hebt gezeten, want je had het niet overleefd in een Duits kamp”. Dat heeft mij heel erg het gevoel gegeven dat ik het dus helemaal niet erg mocht vinden, het naar vinden, dat ik daar gezeten heb. Ik heb me altijd schuldig gevoeld dat ik als Joods kind overlevende was. Het heeft heel lang geduurd voordat ik begreep, dat hoeft niet. Ik mag Joods zijn. Ik mag overleven.”


Voetnoten:

[1] Huisbediende
[2] Kookster
[3] Kindermeisje
[4] De Japanse militaire politie
[5] De Bersiap was een uitbarsting van geweld door Indonesische revolutionairen, volgend op de Onafhankelijkheidsverklaring van 17 augustus 1945. Deze periode duurde tot begin ’46.

 

De Bevrijding volgens Ooggetuigen

Het bovenstaande verhaal verscheen in het boek De Bevrijding volgens Ooggetuigen (2020). In dit boek delen 45 Zuid-Hollandse ooggetuigen hun persoonlijke herinneringen aan de bevrijding. Benieuwd naar alle verhalen? Koop het boek online. 

Over de auteur

Marianne in ’t Anker-De Jong (1938-2014) ging als éénjarig meisje met haar vader en moeder naar Batavia. Dit verhaal is gebaseerd op het interview afgenomen op 10 augustus 2012 in Den Haag door Guido Abuys met mevrouw Marianne S. in ’t Anker-De Jong. De rechten van het interview liggen bij het Archief Herinneringscentrum Kamp Westerbork.

0 reacties

Plaats een reactie

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.