Naar overzicht

(Bijna) verloren erfgoed: de kolfsport

Erik van den Berg

Dat kolven ook gedaan kan worden met een bal, stok en speelveld, weten weinig mensen. Het is zelfs een oer-Hollandse sport, en bovendien de voorganger van het moderne golf, zo wordt beweerd. Ook in Zuid-Holland werd kolf volop beoefend, tot het in de afgelopen eeuw in deze provincie vrijwel geheel uitstierf.

Paal en perk stellen; de eerste klap is een daalder waard; de plank mis slaan; dat is een kolfje naar mijn hand... zomaar een greep uit de gezegdes die zijn afgeleid uit het kolven. Al sinds de middeleeuwen heeft de sport de Nederlandse taal en cultuur verrijkt. 

Herkomst en bronnen

Waarschijnlijk is het spel in de twaalfde eeuw voortgekomen uit het Vlaamse Sollen met een Colve. Kolven ontwikkelde zich in de middeleeuwen tot een populair spel dat buiten werd gespeeld op pleinen, straten, velden en in de winter zelfs op het ijs. 

Jacob van Maerlant schreef in 1261 in zijn Boeck Merlijn over kinderen die in een weiland "eynen bal" sloegen. De tovenaar Merlijn liep net voorbij, en sloeg 'Mit ener kolven' het rijkste kind 'vor zine schene'. Auw! Een duidelijke verwijzing naar een vroege vorm van kolven. En ook in andere uitingen kwam dit tijdverdrijf voorbij. Het meest in het oog springende bewijs voor de populariteit van colf vormen de honderden schilderijen, gravures, wandtegels en sier- en gebruiksvoorwerpen waarop gecolfd wordt.

Van de schilders is Hendrick Avercamp (Kampen, 1585-1634) ongetwijfeld de bekendste. Avercamp schilderde omstreeks 1625 het oer-Hollandse tafereel van kolfspelers op het ijs. We zien een paar mannen van stand met een soort golfclub, op het ijs ligt een balletje en verderop staat een kerel die een paaltje op het ijs houdt. Je krijgt meteen zin om mee te spelen!

Colf of kolf? En golf dan?

Er dan is er kolven of colven (en ook zelfs de merkwaardiger spellingen culuen’, ‘koluen’ en ‘colffven'). Belangrijkste onderscheid tussen kolven en colven is grofweg dat kolven binnen wordt gespeeld, op een korte baan, en colven in de buitenlucht. Dit gebeurde vooral tijdens de middeleeuwen op een groot speelveld (op ijs of land). Tegen 1700 ruilde colf zijn populariteit in en raakte kolf in de mode. In welk tempo en om welke reden dit gebeurde is niet overgeleverd. 

In tegenstelling tot colf is kolf dus een korte baanspel. De kolfbanen lagen nagenoeg allemaal bij een uitspanning, zoals een herberg. Ongetwijfeld hadden de uitbaters er belang bij dat de spelers en hun toeschouwers dichter bij de tap hun tijd doorbrachten en misschien waren zij degenen die het nieuwere kolf groot hebben gemaakt? Want kolven werd uitermate populair in Nederland. Overal in het land werden kolfsociëteiten opgericht. "Het was het voetbal van de zeventiende eeuw", zo is te lezen in een artikel uit Het Vaderland in juli 1939.

Beide vormen zijn eigenlijk golf avant la lettre: hieruit ontstond aan het eind van de middeleeuwen in Schotland het 'early golf', de oervorm van het hedendaagse golf. Inderdaad, er is wel geargumenteerd dat 'wij' de golfsport - indirect - hebben uitgevonden. Maar helemaal sluitend is die conclusie niet. Want buiten colf bestonden er nog twee spelen die als voorloper van het huidige golf worden beschouwd: jeu de mail en chole. Van mail dat ook in Nederland veel werd gespeeld is ons woord malie afkomstig en Maliebaan.

Het was het voetbal van de zeventiende eeuw.

Hoe het werkt

Het spel wordt gespeeld tussen twee spelers of teams van spelers. Het doel kon variëren: de spelers gebruikten een houten stok met een verzwaarde kop – de “colf” – om een houten of met leer beklede bal in zo min mogelijk slagen richting een doel te slaan. Dit gebeurde vanaf een hoopje aarde of, als het kon, sneeuw geslagen. Deze kleine verhoging werd het ‘tuitje’ genoemd. Een leuk detail: de klovenier maakte de colve, maar ook de kolf voor musketten. In Leiden herinnert de Kolfmakersteeg bijvoorbeeld nog aan dit ambacht.

Colf kende geen vaste regels en werd vaak aangepast aan de omgeving. Soms was het doel een paal, soms een vast punt op afstand; een deur, boom, of een steen. Wanneer er niets beschikbaar was, werd ook wel een kuiltje in de grond gebruikt, waarin een stok werd gestoken om het van een afstand beter te zien. Een slag kon wel honderd roeden ver zijn, een afstand van ongeveer 377 meter. Tijdens de koude winters van de Kleine IJstijd (eind zestiende, begin zeventiende eeuw) verplaatste het spel zich steeds vaker naar het bevroren water, getuige ook de vele afbeeldingen op schilderijen zoals hierboven.

Dan kolven: "de kolfbaan 20 bij 5 meter", zo lezen we in het Jaarboekje Leiden en Omstreken uit 1958. "Er staan een voorpaal en een achterpaal op. De baan is verdeeld in 6 vakken van 24 m breed. Iedere speler doet per beurt drie slagen: de uitslag, de opslag en de eind- of trekslag. Voor de uitslag wordt de bal gelegd op een lijn die de voorpaal raakt. Men slaat naar de achterpaal, die men moet trachten te raken. Slaagt men daarin niet, dan mag de speler de bal op de cirkel rond de benedenpaal leggen. Voor de opslag moet men de achterpaal zodanig raken dat de bal terugloopt naar voren en het eindrabat (de rand van de baan) raakt. Bij de eindslag slaat men de bal op de voorpaal en laat hem zo terugkaatsen dat hij in een hooggenummerd vak blijft liggen. Wie zijn bal het verst naar achteren brengt is winnaar. Elke partij bestaat uit vijf slagen, die dus op hun beurt in drieën bestaan." Het is hopelijk makkelijker dan het lijkt...

Ramen gesneuveld

Eeuwenlang behoorde kolven tot de populairste sporten en spelen in Nederland. In dichtbevolkte steden als Leiden, Delft, Den Haag en Rotterdam, was kolven een alledaags verschijnsel. In de 14e en 15e eeuw werd er volop gecolfd in de straten. Daar waren de autoriteiten minder blij mee: het spelletje veroorzaakte namelijk de nodige overlast.

Regelmatig kregen omstanders een bal tegen het hoofd. Niet voor niets schreef de dichter Joannes Six van Chandelier in 1657: "Daar doet er één een seeren val, op een verlooren kollefbal." Uit tientallen steden zijn ordonnanties bekend met verboden op het spelen in de stad. Dit vanwege de overlast die het colfspel met zich meebracht voor omstanders (er werd ook modder gegooid, en geschreeuwd) en voor de omgeving; er sneuvelde al gauw een ruit of de kerkdienst werd verstoord.

Tegen alle verdrukking in bleef de populariteit van het colfspel groeien. En daarmee ook de overlast. Het spel werd daarom soms verbannen naar aangewezen plaatsen buiten (de muren van) de stad. Zo mochten Haarlemmers al in 1390 alleen kolven op een stuk grond buiten de stadspoorten, in de Haarlemmerhout. Ook in Den Briel (Brielle) werd kolven toegestaan, mits dit buiten de stadsmuren werd beoefend.

Toch was dit eerder uitzondering dan regel: in de meeste steden tierde  het nog lange tijd welig van de binnen- en buitenbanen. Onderstaande opsomming in het eerder genoemde Jaarboekje Leiden en Omstreken geeft een overzicht van banen in 1792, die leert dat de kolfsport op haar hoogtepunt is. En illustratief voor de beoefening van de sport in Zuid-Hollandse plaatsen, en daarbuiten.

(druk hieronder om het overzicht uit te klappen)

Kolfbanen in Leiden, 1792

Teloorgang

Zo populair als ze was, ook aan de kolfsport kwam een einde, zij het traag. In de loop van de 17e en 18e eeuw verschoof kolven van de openbare ruimte naar overdekte banen. Vooral in de gegoede kringen werd het een geliefde bezigheid in sociëteiten en herbergen. In Amsterdam waren er eind 18e eeuw meer dan tweehonderd kolfbanen. Ook in Zuid-Holland ontstonden dergelijke gelegenheden, vaak verbonden aan cafés of herbergen.

Deze overgang betekende een verandering in de aard van het spel: het werd formeler, met vaste regels en competities. Tegelijkertijd verloor het zijn volkskarakter. De gewone man, die eerder op straat of op het ijs speelde, had minder toegang tot deze besloten ruimtes.

De in 1885 opgerichte Koninklijke Nederlandse Kolfbond (KNKB) kon niet verhinderen dat de traditionele sport begon uit te sterven: er werd op steeds kleinere schaal gekolfd en het aantal sociëteiten slonk. Kolven maakte plaats voor golf, en voetbal werd in de twintigste eeuw volkssport nummer één. De sport zou in die eeuw grotendeels uit Zuid-Holland verdwijnen en vooral in de provincies Noord-Holland, Friesland en Utrecht nog in ere worden gehouden. De oorzaken van het verdwijnen van de sport in deze provincie is een combinatie van factoren: verstedelijking en ruimtegebrek, veranderende tijdsbesteding (de sport werd steeds meer als oubollig gezien) en het ontbreken van een solide organisatie, specifiek de Kolfbond.

Het eerder aangehaalde stuk in Het Vaderland uit 1939 illustreert deze teloorgang, en speelt aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog duidelijk in op gevoelens van nostalgie en nationale trots: "In een nieuw verschenen boek over golf is er Engelsche waardeering voor het Nederlandsche golf." De krant schrijft over de auteur: "Hij legt het juiste verband tusschen het in deze rubriek door ons reeds eerder besproken oud-Nederlandsche kolven en het moderne golf. (...) Ook wijst Campbell er op hoe populair het kolven hier te lande geweest moet zijn en het feit dat Jacobus VI den invoer van Nederlandsche kolfballen in Schotland verbood ter bescherming van de Schotsche industrie." Tijdens de oorlog werd nog teruggegrepen op de kolftraditie, zo is te zien in dit Polygoonjournaal uit 1943. Diverse archeologische vondsten herinneren aan de hoogtijdagen van het colven en kolven.

Vergrijzend

Een leuke bezienswaardigheid, uit een ander tijdperk. Geen algemeen cultuurgoed. Zo presenteerden de media de sport in de twintigste eeuw. Ook dit Polygoonjournaal uit 1960 presenteerde kolven als zeldzame vorm van golf, die vooral in de kop van Noord-Holland gespeeld wordt door een vergrijsde groep liefhebbers. Hoewel de Kolfbond er alles aan doet om dat tij te keren, getuige ook haar Facebookpagina

Tegenwoordig zijn er één kolfclub in Utrecht en nog 31 in Noord-Holland. De sport leeft voort in dorpen als Andijk, Krommenie en Nieuwe Niedorp, waar verenigingen als De Vier Eenen en Onder Ons nog actief zijn. Kolven wordt nog door een kleine zeshonderd mensen gespeeld, als de laatste getuigen van een typisch Hollands tijdverdrijf. De overgebleven spelers zetten zich in voor het behoud van deze unieke sport. Er worden nog steeds kampioenschappen georganiseerd, en er is een groeiende belangstelling vanuit historisch en cultureel perspectief. Zo werd de kolfsport in 2024 nog opgenomen in de inventaris immaterieel erfgoed van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN).

Er is een handvol kolfbanen, voornamelijk in Noord-Holland, met bijvoorbeeld in Spanbroek "het Thialf onder de kolfbanen". In Zuid-Holland zijn ze vrijwel allemaal verdwenen; in Gorinchem is Partycentrum Hipper & Kolfbaan in deze leemte gesprongen. Misschien wordt het eens tijd om een spelletje te proberen?

Bronnen

Over de auteur

Erik van den Berg werkt als communicatie-adviseur bij Erfgoedhuis Zuid-Holland. Na zijn opleiding geschiedenis (BA) en journalistiek (MA) in Leiden werkte hij als redacteur bij de Publieke Omroep (VPRO, NTR) en als zelfstandig tekstschrijver.

0 reacties

Plaats een reactie

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.