Naar overzicht

Vrouwen strijden voor stemrecht

Ingrid van der Vlis
— 1 reacties

Nederlanders vinden zichzelf geëmancipeerd. Toch mogen vrouwen hier nog niet zo lang meebeslissen over de politiek. Vrouwen kunnen sinds 1917 wel gekozen worden, maar zelf meepraten is er dan nog niet bij. Dat kan pas twee jaar later als één woord uit de Kieswet wordt geschrapt. Een woord dat er pas in 1887 haastig aan was toegevoegd.

"Een vrouw heeft toch de handen vol aan de huishouding? Waarom zou ze zich ook nog eens met politiek moeten bezighouden?"

In 1883 meldt Aletta Jacobs zich voor de kieslijst van de gemeenteraad in Amsterdam. Eerder al verzocht zij om als eerste vrouw aan de universiteit te mogen studeren; zij kreeg in 1871 toestemming van minister Thorbecke. Eenmaal afgestudeerd en werkzaam als arts wil Aletta graag gelijk behandeld worden als haar mannelijke collega’s. Ze vindt dat ze daar recht op heeft, want in de grondwet staat vermeld dat ‘Nederlanders’ die aan bepaalde belastingeisen voldoen, mogen stemmen.

Die passage brengt de ambtenaren in verlegenheid, want zo hebben de opstellers het niet bedoeld. Ze hebben er simpelweg nooit bij stilgestaan dat vrouwen ook aanspraak zouden willen maken op dat recht. De maas in de wet wordt gedicht. Bij grondwetswijzigingen in 1887 verandert de tekst. Voortaan geldt de wet alleen voor ‘mannelijke’ ingezetenen van Nederland. Vrouwen hebben vanaf dat moment ook volgens de letter van de wet geen kiesrecht, niet passief en niet actief.

Het verzoek van Aletta Jacobs komt niet zomaar uit de lucht vallen. In het laatste kwart van de negentiende eeuw zoeken meer vrouwen naar mogelijkheden om zich in het openbare leven te laten horen. In Engeland en de Verenigde Staten strijden vrouwen dan al enige tijd voor gelijke behandeling; Nederlandse vrouwen raken door hen geïnspireerd.

De Delftse dames Betsy Perk en Louisa Fredrica Wijnaendts richten in 1871 de Algemeene Nederlandsche Vrouwenvereeniging Arbeid Adelt op. Zij pleiten voor serieuze aandacht voor het werk dat dames uit de midden- en hogere klasse verrichten, vaak borduurwerk en handenarbeid. Veel dames zijn geïnteresseerd.

Hoe die aandacht voor vrouwenarbeid vorm moet krijgen, is echter nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Na een knallende ruzie ontstaat nog datzelfde jaar vrouwenvereniging Tesselschade, een afsplitsing van Arbeid Adelt. Het belangrijkste punt van discussie: mogen de namen van de maaksters wel of niet bij de handwerkjes vermeld worden? Het taboe op geld verdienen door welgestelde dames is voor velen nog te groot. Zij wensen niet op één hoop gegooid te worden met arbeidersvrouwen.

De SDAP strijdt ook voor een kieswetwijziging, maar zet vooral in op algemeen kiesrecht voor alle inkomensklassen, 1911. (Collectie: Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis)

Het standsbewustzijn sluit een voor de hand liggende partner in de strijd voor vrouwenkiesrecht uit. De socialistische beweging wil ook uitbreiding van het stemrecht omdat nog lang niet alle mannen mogen stemmen. De doelstellingen liggen echter ver uit elkaar. Want kiesrecht voor hoogopgeleide en welgestelde vrouwen is één, maar kiesrecht voor alle mannen – dus ook laaggeschoolde en slecht betaalde arbeiders – is voor veel dames een stap te ver.

Omgekeerd vinden verschillende socialistische kopstukken weer dat de vrouwen op hun beurt moeten wachten. Eerst kiesrecht voor alle rangen en standen, dan pas voor beide seksen. De in 1894 opgerichte Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) doet in de eerste jaren niet overdreven haar best voor vrouwenkiesrecht. De feministen moeten hiervoor zelf de barricades op.

Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht

Aan het eind van de negentiende eeuw ontstaan verschillende vrouwenverenigingen, waarvan de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (1894) de meest prominente is. Leden horen niet bij een bepaalde politieke partij of een specifieke religieuze stroming. Zij ijveren neutraal voor uitbreiding van het kiesrecht. Wilhelmina Drucker en Annette Versluys-Poelman zijn de bekendste boegbeelden in de eerste jaren, waarin het de vereniging overigens niet lukt om een vuist te maken.

Er ontstaan enkele lokale afdelingen, onder meer in Rotterdam en Den Haag, maar al snel stokt de opmars. Weinig vrouwen wensen zich te committeren aan de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Zes jaar na de oprichting telt de organisatie een goede duizend leden, verspreid over vijftien afdelingen in het land. Met een maandblad, propaganda-avonden en pamfletten doen de dames hun uiterste best om meer aanhang te krijgen.

Het hoofdbestuur van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht tijdens een protestbijeenkomst in februari 1914 te Amsterdam. V.l.n.r. de dames Van Buuren-Huys, P.S. van Balen-Klaar, Aletta H. Jacobs, C. Mulder van der Graaf-de Bruyn, J.C. van Landschot Hubrechts en S.W.A. Wichers. (Collectie: Nationaal Archief)

Een voorzichtige omslag komt in 1908 als het congres van de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht in Amsterdam wordt georganiseerd. De strijd voor vrouwenkiesrecht staat in binnen- en buitenland in de schijnwerpers, waardoor het aantal leden groeit. De Zuid-Hollandse steden Vlaardingen (1908), Schiedam (1909) en Delft (1910) krijgen elk hun eigen afdeling. Zo’n afdeling blijkt overigens nog geen garantie op succes.

De drie enthousiaste dames in Vlaardingen lukt het niet om hun afdeling werkelijk uit te bouwen; zij sluiten zich na vier jaar aan bij Schiedam. Daar houdt de gezamenlijke afdeling regelmatig bijeenkomsten waar vaak maar een handjevol toehoorders aanschuift. De Schiedamse socialistische krant De Moker strooit met graagte nog wat zout in de wonde. Er wordt smalend geschreven over 'dameskiesrecht' want voor de correspondent van De Moker is het duidelijk: er is geen winst mogelijk 'zoolang uw beweging feministisch blijft en los staat van den maatschappelijken klassenstrijd'. Socialisten en feministen staan nog lijnrecht tegenover elkaar.

Propaganda

In Delft komt de afdeling ook maar moeizaam van de grond. Hoewel er gestart wordt met 42 leden komen er bij openbare vergaderingen soms maar twee of drie dames opdagen. De folders gaan vaak onverrichterzake weer mee naar huis. Het plan om een vlag of vaandel aan te schaffen, wordt in 1911 al snel weggewimpeld. Zo’n banier zou de bekendheid kunnen vergroten, maar er is te weinig geld in kas. Een jaar later zet de Delftse vereniging een offensief in voor een propaganda-avond in de Stadsdoelen.

De dames regelen negen platen op de stadsaanplakborden, verzenden ruim vijfhonderd brieven en bezorgen drie portefeuilles met elk tien propagandaschriftjes bij de studentensociëteiten. De avond is een succes en levert de Delftse afdeling maar liefst 34 nieuwe leden op. De verslaggever van de katholieke Nieuwe Delftsche Courant is minder enthousiast. Hij meldt geen vrouwen gezien te hebben die avond, 'louter dames, de eene nog deftiger dan de andere’. De omschrijving van spreekster Kee Groot druipt van de stereotyperingen: 'De ex-onderwijzeres droeg kort haar; kleur het nieuwste Engelsch. Haar kleedij was min of meer ongewoon en alles behalve bekoorlijk. De algemeene indruk forsch, onverwaard, zoekend en minnend den… strijd.’

Aardewerken bord van de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht. Het motto ‘Jus suffragii’ (stemrecht) komt terug in de naam van de Engelse strijdsters voor het vrouwenkiesrecht, de Suffragettes. (Collectie: Atria CC 0)

Die strijd is een pijnpunt. Voor wie de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht te opruiend vindt, kan vanaf 1907 terecht bij de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht. De Haagse Esther Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck en Lizzy van Dorp stappen uit de Vereeniging en richten de Bond op. De Bond is wat deftiger, want doet niet aan demonstraties en heeft een meer bescheiden doelstelling.

Vrouwenkiesrecht kan pas aan de orde zijn als vrouwen eerst geleerd hebben zelfstandig te oordelen. De Bond kiest voor de weg van de geleidelijkheid en stelt het bestuur ook open voor mannen. Op deze manier hopen de oprichters van de Bond een breder draagvlak te krijgen dan de ‘ultra-feministische richting’ die de Vereeniging volgens hen opgaat. Binnen een jaar tijd hebben zij achthonderd leden.

Ondanks tegengeluiden van gematigder feministen gaat de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht voort met propaganda. In Delft gaan leden soms de deuren langs om manifesten uit te delen, ‘met verzoek dat aan den mijnheer te willen geven’. De dames weten dat ze slechts via mannen politieke druk kunnen uitoefenen. De roep om aandacht lijkt langzaamaan gehoor te krijgen. Op 4 mei 1913 komen leden uit het hele land bijeen voor een protestbijeenkomst in Den Haag.

In Amsterdam kunnen dames in dat jaar de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913 bezoeken, een groots opgezette expositie waar de vrouwenbeweging laat zien wat er in honderd jaar koninkrijk bereikt is en wat er nog moet gebeuren. Het vrouwenkiesrecht is een van de vele onderwerpen. In 1914 is er in Amsterdam een bijeenkomst over het volkspetitionnement voor gelijkstelling van man en vrouw in de grondwet en in Den Haag een landelijke meeting van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht.

Ondanks de Eerste Wereldoorlog komen op 18 juni 1916 toch 18.000 betogers naar Amsterdam om te pleiten voor een grondwetswijziging waarin ook vrouwenkiesrecht wordt opgenomen. Vanuit Delft reizen 23 van de 104 leden naar Amsterdam om naar hun zeggen zich te laten inspireren door deze 'glorierijke en hoopvolle dag'.

 

De Bond voor Vrouwenkiesrecht neemt een gematigder standpunt in. Niet toevallig staat de vrouw op 'haar rechtmatige plaats' niet naast, maar achter haar man. (Collectie: Atria)

Netelige kwestie

Een soepele invoering van vrouwenkiesrecht ligt echter nog altijd niet voor de hand. Vooral confessionele partijen keren zich tegen deze wijziging. Zij blijven het mantra koesteren dat een vrouw thuishoort in de huishouding. Daar heeft zij de handen vol aan, dus waarom zou zij zich ook nog eens met politiek moeten bezighouden? In het politieke krachtenveld blijven de feministen enigszins achter. Ook de socialisten zijn nog altijd niet volmondig op hun hand; daar blijft het algemene kiesrecht de belangrijkste eis.

In 1917 is er met de nieuwste grondwetswijziging een doorbraak geforceerd. De wijziging is de uitkomst van een compromis, waarbij zowel de gelijkstelling van het onderwijs wordt afgekondigd als het algemeen mannenkiesrecht.

Confessionele partijen krijgen het gewenste gefinancierde onderwijs, socialisten het algemeen kiesrecht. Een schrale troost voor de feministen: vrouwen kunnen voortaan gekozen worden, zij krijgen passief kiesrecht. Het actieve vrouwenkiesrecht wordt nog beschouwd als een 'te netelige kwestie’ voor de grondwetsherziening, dat zou in een gewone wet geregeld moeten worden.

De tijd is nu rijp om door te zetten. Aletta Jacobs stelt zich in 1918 bij de Tweede Kamerverkiezingen verkiesbaar voor de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) maar weet nog geen tweeduizend voorkeurstemmen te bemachtigen. De SDAP strijkt met de eer van het eerste vrouwelijke Tweede Kamerlid, Suze Groeneweg, een onderwijzeres uit Rotterdam.

Om bij een volgende verkiezing wel op vrouwelijke kiezers te kunnen rekenen, dient Henri Marchant van de VDB direct in september 1918 een initiatiefwet in, die in 1919 eigenlijk zonder veel gemor wordt aangenomen. De confessionelen stemmen ermee in, mede gezien de revolutionaire woelingen in binnen- en buitenland.

Dan is het veiliger als ook de vrouwen uit katholieke en protestantse gezinnen meestemmen, waardoor het relatieve gewicht van 'de arbeiders' weer afneemt. Het vrouwenkiesrecht wordt vanuit hun gezichtspunt dus ingezet om het rode gevaar te keren. Een zoete wraak voor feministen die eerder door de socialistische pers honend waren afgeschreven.

Het affiche van Theo Molkenboer verwijst al vooruit naar de 'glorierijke’ dag waarop de vrouwelijke kiezer ook zal meepraten, 1917. (Bron: Wikimedia Commons)

Suze Groeneweg is de enige vrouw op honderd Tweede Kamerleden. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1919 is de man-vrouwverhouding niet heel veel anders. Verspreid over het land krijgen bijna honderd vrouwen genoeg stemmen voor een zetel in de raad, dat komt neer op ongeveer één procent van het totaal aantal raadsleden. In Delft is de verhouding opvallend anders. Hier zijn vanaf 1919 drie van de drieëntwintig zetels in de raad bestemd voor een vrouw, dertien procent.

De Delftse kranten schenken uitgebreid aandacht aan de intrede van deze drie dames, onder meer door een lange opsomming te geven van de door hen gedragen kleding. De raadsleden Bes, Post en Veer-Versteeg treden aan in respectievelijk een 'fraise Liberty japon', een 'zwart fluwelen overall' en een 'witte blouse met blauwe rok'. Wat hun twintig collega’s droegen vermeldt de verslaggever niet.

De antirevolutionaire burgemeester L.W.C. van den Berg heet speciaal de dames van harte welkom en rekent erop dat hun vrouwelijke kijk een goede aanvulling op de gemeentepolitiek zal zijn. Wel voegt hij daar meteen aan toe dat het op dat moment al bijna gepasseerde wetsvoorstel voor actief vrouwenkiesrecht zijns inziens een slecht idee is. Te veel vrouwen zouden ondoordacht hun stem uitbrengen.

Ondoordacht of niet, het wetsvoorstel van Marchant wordt in 1919 aangenomen. Er gaat een streep door het woord ‘mannelijk’ in de Kieswet. De in 1887 opgeworpen barrière is nu geslecht. Alle Nederlandse ingezetenen boven de 25 jaar hebben sindsdien stemrecht: arm of rijk, man of vrouw. In 1922 wordt de laatste formele horde genomen door aanpassing van de grondwet waarin vanaf dat moment man en vrouw gelijk zijn.

Ook in dat jaar vinden de eerste Tweede Kamerverkiezingen plaats waaraan vrouwen mogen deelnemen. In veel steden leidt dat tot gepaste feestelijkheden. Bij de verschillende stembureaus in Vlaardingen ontvangen de eerste vrouwelijke kiezers een bos bloemen. De Nieuwe Vlaardingse Courant verslaat de gebeurtenis 'op dezen gewichtigen dag'. Dat het establishment zich daar toch wat zorgen om gemaakt heeft, blijkt uit de bijna opgelucht genoteerde afsluitende zinnen:

'Er is ook flink gestemd door de dames en niet veel van onwaarde, zooals sommige ongeluksprofeten meenden te moeten voorspellen. Het zullen wel ongehuwden geweest zijn, die zoo’n slechten kijk op de vrouwen hadden! De meeste dames weten best wat ze doen.'

 

Meer lezen van Ingrid van der Vlis? Lees ook: Werkgarantie, degelijke kleding en gestandaardiseerde zorg: het weeshuis was ooit uiterst modern.

Over de auteur

Ingrid van der Vlis is historicus en werkt voor haar eigen onderzoeksbureau Tijdelijk. Zij schreef boeken over verschillende weeshuizen en publiceerde veel over Delft. Zowel de lijvige stadsgeschiedenis vanaf 1795, Vooruit met veel verleden, als diezelfde historie in pocketformaat: De kleine geschiedenis van Delft voor dummies. Ook schreef zij ruim 50 Bevrijdingsbulletins over alles waar mensen dat eerste jaar na de Tweede Wereldoorlog mee te maken kregen in Delft.

1 reacties

Hans van Rossum 25 januari 2023

Ook in Rijswijk was sprake van een verkozen vrouwelijk raadslid in 1918 Wypkje Barendrecht -Kuenen.

Plaats een reactie

Verzenden

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.