Naar overzicht

Molinologie: onderzoek naar molens

Willem Roose
13 juni 2025

Voor het bestuderen van molens bestaat een apart woord: Molinologie. Dat kan in principe los staan van molenbehoud, maar in de praktijk zijn er vaak raakvlakken: dat wat je bestudeert zal je graag willen behouden. Juist één van de bekendste Nederlandse molinologen speelde na de oorlog een belangrijke rol voor het molenbehoud in de provincie Zuid-Holland.

Molens in gevaar

Door de opkomst van de verbrandingsmotoren – die ook bij windstilte konden werken – werden molens aan de begin van de vorige eeuw bij bosjes tegelijk afgebroken. In 1923 werd vereniging De Hollandsche Molen opgericht om te redden wat er nog te redden viel en dat was aanvankelijk geen gemakkelijke taak. Ook de provincie Zuid-Holland zag het belang van molenbehoud al vroeg in. In 1927 schreef het provinciebestuur een brief aan alle polders en waterschappen in de provincie met het verzoek om hen te melden indien men een windmolen wilde vervangen door een mechanische bemaling. Doel hiervan was om te onderzoeken of dit wel nodig was en of men door middel van reparaties de betreffende molen(s) toch niet voor de bemaling kon redden.

Rond die tijd kwamen de eerste wiekverbeteringen in zwang die door middel van aerodynamica een hoger rendement uit de wind konden halen. Op die manier zouden de traditionele molens beter kunnen concurreren met mechanische bemaling, was de gedachte. Als eerste werd de Dekkerwiek toegepast – tegenwoordig onder andere nog te zien op de Pendrechtse Molen in Barendrecht en de Meerburgermolen bij Leiderdorp – even later gevolgd door de fokwiek die op een nog grotere schaal werd toegepast, onder andere op de molens van de viergang in Aarlanderveen en de driegang bij Leidschendam. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog konden verschillende polders weer profiteren van de windbemaling omdat brandstof en elektriciteit schaars waren en na die periode kwam er de wet Bescherming Waterstaatswerken in Oorlogstijd (BWO) die er voor zorgde dat verschillende poldermolens in bedrijfsklare toestand werden gehouden voor het geval de nood weer aan de man zou raken. Met de val van de Muur en de daarop volgende militaire ontspanning tussen Oost- en West-Europa werd deze regeling in 1990 opgeheven.

Erfgoed behouden

Toch was de rol van windmolens na de Tweede Wereldoorlog in het algemeen al snel uitgespeeld: toenemende mechanisatie in de tijd van de Wederopbouw zorgden ervoor dat molens door polderbesturen en particuliere eigenaren steeds vaker werden gezien als onnodige kostenposten en daarmee lag sloop op de loer. Om dit te voorkomen stelde de provincie Zuid-Holland reeds in 1947 haar eerste subsidie beschikbaar voor de restauratie van de korenmolen in Arkel. Het was de start van een provinciaal molenbeleid dat later voor velen als voorbeeld zou dienen. In 1948 werd er door de provincie een fonds opgericht om molenrestauraties te financieren en in datzelfde jaar werd een provinciale molencommissie opgericht met als doel moleneigenaren te adviseren bij restauraties. In deze commissie waren afgevaardigden vertegenwoordigd van onder meer het Rijk, De Hollandsche Molen, de provinciale VVV, de ANWB en het Hoogheemraadschap van Rijnland.

In 1951 kwam er een provinciale molenverordening die het moleneigenaren verbood om molens te slopen, buiten bedrijf te stellen zonder maatregelen tot behoud of anderszins in te richten dan voor hun oorspronkelijke doel. Rond die tijd hing ook de toekomst van het wereldberoemde molencomplex Kinderdijk aan een zijden draadje, toen het waterschap Overwaard haar laatste molens buiten bedrijf stelde en overging tot volledige mechanische bemaling. Het merkwaardige was dat die bemaling op dat moment nog helemaal niet gerealiseerd was.

De provincie Zuid-Holland wilde de molenbemaling het liefst voortzetten en door het stilzetten van de molens wilde het waterschap de provincie onder druk zetten. Toen het waterschap nog een stapje verder ging – men wilde opdracht geven om de niet meer in bedrijf zijnde molens te slopen – greep de provincie in. Er werd een aardig compromis bij elkaar gepolderd: als het waterschap zou meewerken aan het behoud van de molens, dan zou men snel de vergunningen krijgen voor het nieuwe gemaal. In 1952 werd besloten dat het waterschap de molens zou afstaan in erfpacht aan de provincie en een jaar later ging de bouw van het langverwachte nieuwe gemaal van start.

Kind met speelmolentje onder het 18de-eeuwse venster van de ondermolen van de viergang in Aarlanderveen, 1956. (Foto Anton Bicker Caarten, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Onderzoek

In 1954 trad I.J. (Isaak) de Kramer (1919 – 1994) in dienst van de Provinciale Waterstaat, om later hoofd te worden van het Bureau Molens en Monumenten van de provincie. De geboren Zeeuws-Vlaming wordt beschouwd als één van de allereerste molinologen van Nederland. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog maakte hij uitgebreide studies van molens in binnen- en buitenland. Zijn uitgebreide fotodocumentaties uit die tijd geven een uniek tijdsbeeld van de molens zoals ze destijds (vaak) nog volop in bedrijf waren. Bovendien was het in die tijd nog heel zeldzaam dat molens uitgebreid werd gefotografeerd en betrof het vaak molens die later gedeeltelijk of geheel verdwenen zijn. 

Vele decennia zette De Kramer zijn kennis en kunde in voor het behoud van molens in Zuid-Holland. Een groot project waarbij hij betrokken was, was de herbouw van snuifmolen de Ster in Rotterdam aan de Kralingse Plas. Deze molen was in 1962 geheel verbrand en de herbouw schoot aanvankelijk niet op. Naar verluidt zou De Kramer de gemeente Rotterdam destijds hebben voorgesteld om desnoods de metro dan maar een meter korter te maken; dat zou voldoende geld opleveren om de molen te kunnen herbouwen. Die herbouw vond uiteindelijk in 1968 plaats.

De kennis die De Kramer hierbij opdeed - op het gebied van het bouwen van een compleet nieuw houten achtkant - kwam even later van pas bij de restauratie van de kerktoren van de Grote Kerk in Groede, in zijn geboortestreek Zeeuws Vlaanderen. 
Ook na zijn pensionering bleef De Kramer actief voor het Zuid-Hollandse molenbehoud, onder andere bij de herbouw van standerdmolen ’t Vliegend Hert in Brielle (1985) en de zeer ingrijpende restauratie van zaagmolen De Salamander in Leidschendam (1989). 

De term 'molinologie' dook voor het eerst op in 1965 toen een gezelschap van internationale molenliefhebbers bij elkaar kwam in Portugal en daar een eerste molensymposium organiseerden. Daar werd TIMS opgericht: The International Molinological Society. Molino betekent molen in het Portugees en molinology (let wel: klemtoon op de derde lettergreep) is de Engelse term voor de wetenschap van de molens. Na zijn dood riep de in 1987 opgerichte Nederlands-Vlaamse afdeling van TIMS de ‘I.J. de Kramerprijs’ in het leven. Deze wordt tweejaarlijks uitgereikt aan een auteur die een gedegen en vernieuwende molinologische studie heeft gepubliceerd, of incidenteel als oeuvreprijs.

Beleid, beheer, behoud

Terug naar het molenbehoud vanuit de provincie Zuid-Holland. Ook de bekende molenviergang van de Tweemanspolder bij Zevenhuizen raakte in 1953 om de bekende reden buiten bedrijf. De provincie wist de molens te behouden door ze onder te brengen in de Stichting Molenviergang Tweemanspolder. Ook die andere bekende molenviergang bij Aarlanderveen kon behouden blijven door de molens vanaf 1963 onder te brengen in de Stichting Molenviergang Aarlanderveen. Verschil met hun collega’s in Zevenhuizen was dat deze molens wel in vol bedrijf bleven als hoofdbemaling van de polder; zelfs tot op de dag van vandaag. Vele Zuid-Hollandse molens zijn sindsdien onderbracht in stichtingen die zich ontfermen over één specifieke molen, of juist heel veel molens in een bepaalde streek. De Rijnlandse Molenstichting en de Stichting tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden (SIMAV) zijn de grootsten.  
  
Om de financiering van het molenbehoud wat te structureren, kwam de provincie in 1961 met een onderhoudsregeling, een jaar later gevolgd door een restauratiesubsidieregeling. De meest belangrijke stap voor het molenbehoud was dat rond die tijd vrijwel alle molens in Nederland een wettelijke bescherming kregen doordat zij op de monumentenlijst werden geplaatst. In 1978 had de Zuid-Holland een primeur met het instellen van een draaipremieregeling. De bedoeling hiervan was om het draaien van molens te stimuleren, omdat hierdoor eventuele gebreken sneller zouden worden geconstateerd en omdat het een verlevendiging van het landschap was. Molens werden hiertoe van een omwentelingenteller voorzien op de bovenas en naargelang het gemaakte aantal omwentelingen werd een bepaald bedrag aan de moleneigenaar uitgekeerd. Deze premie bestaat ook vandaag de dag nog en dat geldt ook voor de provinciale molenverordening.

Moestuin, schuur en fruitbomen op het molenerf van de Lage Molen te Kinderdijk (Foto Erfgoedhuis Zuid-Holland)

Cultuurhistorie en immaterieel erfgoed

De provinciale verordening is inmiddels uitgebreid met richtlijnen voor wat we de molenbiotoop noemen: de omgeving van de molen. Aan de hand van de hoogte en afstand van huizen, bomen en eventuele andere obstakels die de windvang kunnen belemmeren kan getoetst worden of de biotoop voldoet aan de normen om te molen te laten blijven functioneren. Op veel plaatsen staat de molenbiotoop onder grote druk als gevolg van bijvoorbeeld plannen voor woningbouw. Relatief nieuw is de aandacht voor landschappelijke en cultuurhistorische waarden als onderdeel van de molenbiotoop. Dat kan gaan om bebouwing op het erf van poldermolens, zoals zomerhuizen, schuren en bakhuisjes maar ook om beplanting met cultuurhistorische waarde zoals knotbomen, fruitbomen en moestuinen.

Bij koren- of industriemolens kan het gaan om bijvoorbeeld knechtenwoningen of een maalderij. Naast archief- en literatuuronderzoek kan oral history een manier zijn om verhalen over het dagelijks leven en werken op en om de molen vast te leggen. Dat kan tot verrassende resultaten leiden. Zo bleek uit het project Molenverhalen van Erfgoedhuis Zuid-Holland dat vrouwen van oudsher een veel grotere rol speelden op poldermolens dan altijd werd aangenomen. Een onderwerp dat nu ook volop in de belangstelling staat is het ambacht van de molenaar. In 2017 is het ambacht door Unesco bijgeschreven op de internationale Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed.

Zelf onderzoek doen 

Meer weten over een specifieke molen? De website Alle Molens, een initiatief van De Hollandsche Molen, is de startplek voor onderzoek naar molens. Hier vind je archiefstukken, afbeeldingen, literatuur en bouwtekeningen van bestaande maar ook van al lang verdwenen molens. Wie het leuk vindt om vanuit huis mee te helpen aan onderzoek kan zich aanmelden voor een van de lopende crowdsourcingsprojecten waarbij onder meer correspondentie en andere onderdelen uit het archief van De Hollandsche Molen worden ontsloten. Bekijk ook eens het Digitaal Monument van de stichting Molenwereld. Hier zijn oude jaargangen van het tijdschrift Molenwereld (1998-2016) te doorzoeken en de eerste jaargangen van de opvolger daarvan, De nieuwe Molenwereld. Gaat je interesse verder dan een specifieke molen? Erfgoedhuis Zuid-Holland stelde samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een onderzoeksagenda (concept) op met thema’s die nu nog relatief onderbelicht zijn, zoals bv. regionale verschillen in kleurgebruik. 

Foto bovenaan: erfgoedadviseur Paul Groen doet bouwhistorisch onderzoek in een molen (Foto Willem Roose)

Over de auteur

Willem Roose is molenaar, molenkenner en tekstschrijver. Hij publiceert achtergrondartikelen in onder meer tijdschrift De nieuwe Molenwereld en is de auteur van diverse molenboeken, zoals het eind 2024 verschenen 'De Zandweg, een korenmolen in Charlois door de eeuwen heen'.

0 reacties

Plaats een reactie

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.