De wederopbouw van Zuid-Holland
Na vijf jaar bezetting lieten de Duitsers Zuid-Holland in 1945 in ernstig ontregelde staat achter. Veel was geplunderd of vernield. Het was zaak de provincie zou snel mogelijk weer op te bouwen.
Na vijf jaar bezetting lieten de Duitsers Zuid-Holland in 1945 in ernstig ontregelde staat achter. Veel was geplunderd of vernield. Het was zaak de provincie zou snel mogelijk weer op te bouwen. Deze wederopbouw werd met veel energie (en met behulp van Amerikaans geld, de zogeheten Marshall-hulp) opgepakt. Symbool van deze daadkracht was de herrijzenis van de Rotterdamse haven en de visionaire herinrichting van het gebombardeerde centrum van deze stad.
Babyboom en woningnood
Daadkracht bleek ook uit een geboortegolf, die ook wel bekend staat als de ‘babyboom’. In de loop van 1949 passeerde het inwonersaantal van Nederland de tien miljoen. Deze bevolkingsgroei bevorderde, met name in de steden, een ongekende woningnood – die toch al groot was omdat tijdens de oorlogsjaren veel huizen waren vernield.
Nieuwbouwwijken
In hoog tempo stampten overheden nieuwe wijken uit de grond, zoals de Westwijk in Vlaardingen en delen van Bohemen en Meer en Bosch te Kijkduin in het zuidwesten van Den Haag. Ook in groeikernen als Zoetermeer en Spijkenisse werden veel nieuwe woningen gebouwd. Hier kwamen met name arbeiders te wonen. Samen met het aantal woningen groeide het wegennetwerk in Zuid-Holland. Het autoverkeer nam spectaculair toe, zowel voor het vervoer van personen als voor het vrachtverkeer. Onderdeel van de uitbreiding van dit wegennetwerk was de bouw van tunnels en bruggen, zoals de Brienenoordbrug (1965), de Beneluxtunnel (1967) en de Heinenoordtunnel (1969).
Industrialisatie
De toename van het goederenverkeer werd onder andere veroorzaakt door het overheidsbeleid dat gericht was op de exporttoename van industrieproducten. Het actieve industrialisatiebeleid van de jaren vijftig, samen met de ‘geleide loonpolitiek’, waarbij arbeiders lagere lonen ontvingen, verbeterde de internationale concurrentiepositie en daarmee ook de economie.
Rotterdamse haven
Voor Zuid-Holland was de toename van de export nauw verbonden met de Rotterdamse haven. Het industrialisatiebeleid leidde in Rotterdam tot de aanleg van gigantische industrieterreinen: de Botlek (ca. 1960), Maasvlakte (1966) en Europoort. Twintig jaar na de bevrijding had Zuid-Holland zich weer opgewerkt tot een van de krachtigste regio’s van de West-Europese economie.
Reacties
Er zijn nog geen reacties