Naar overzicht

De opkomende democratie - 1848-1919

Na 1848 vond een ware democratische omwenteling plaats, maar de positie van Den Haag bleef onomstreden. Op de afbeelding is een brief over de eerste statenvergadering te zien.

Grondwet

In 1848 braken op verschillende plaatsen in Europa opstanden uit. Koning Willem II vreesde ook in Nederland voor een opstand en gaf de liberaal Johan Rudolf Thorbecke de opdracht een nieuwe Grondwet op te stellen. Voortaan waren de ministers verantwoordelijk voor het regeringsbeleid in plaats van de koning. Ook werd er voorzien in stemrecht voor een beperkt deel van de bevolking.

Bestuurlijke veranderingen

De bestuurlijke opzet van Nederland en Zuid-Holland veranderde nu ingrijpend. De Provinciewet van 1850 maakte alle provincies ondergeschikt aan de rijksoverheid in Den Haag. De Gemeentewet (1851) voorzag in een soortgelijke verhouding naar gemeentelijk niveau. Toch bemoeide de ‘nachtwakersstaat’ zich tot ongeveer 1870 nog steeds betrekkelijk weinig met de lokale politiek.

Departementen in Den Haag

De geleidelijke uitbreiding van het staatsapparaat maakte dat de ministeries zich eveneens steeds verder moesten uitbreiden. Sinds de Franse tijd bestonden er ministeries van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken, Justitie, Financiën en Oorlog en Marine. Vanaf 1877 werden steeds meer ‘vakdepartementen’ in het leven geroepen, te beginnen met Waterstaat, Handel en Nijverheid. Ook was er behoefte aan meer ruimte en vanaf de jaren 1860 verscheen er in Den Haag steeds meer nieuwbouw voor de huisvesting van de ministeries.

Democratie in Holland

De ministeriële verantwoordelijkheid betekende dat voortaan een (deel van) de bevolking een grote invloed had op de regering van het land. Over deze ontwikkeling was de nieuwe koning, Willem III, niet erg tevreden, maar het proces bleek onomkeerbaar. De uitbreiding van de centrale macht maakte ook geleidelijk de weg vrij voor verdere democratisering.

Het electoraat (de stemgerechtigde bevolking) werd in de loop der tijd steeds meer uitgebreid, onder andere in 1887 en 1896. Dit culmineerde uiteindelijk in algemeen stemrecht voor mannen (1917) en vrouwen (1919). Democratische ontwikkelingen op gemeentelijk vlak, vooral in de wat kleinere gemeenten, bleef vaak wat achter; vaak vervulde de burgemeester nog lang een autoritaire rol.

0 reacties

Plaats een reactie

Verzenden

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.