Droogmakerij Polder Berkel (1776-77)
In Delfland was het voornamelijk het oostelijke gedeelte dat vanaf de middeleeuwen werd afgestoken voor de turfproductie. Een groot deel van de productie was bestemd voor steden, zoals Delft, waar de bevolking en de bedrijvigheid gestaag toenam. Om aan de toenemende vraag naar turf te voldoen werd steeds dieper gegraven, met als gevolg dat er overal waterplassen ontstonden waar eens akkerbouw en veelteelt werd bedreven. Zo ook in de omgeving van Berkel. Het verlies aan land en de hoge onderhoudskosten aan de kaden deed het ambachtsbestuur midden 18de eeuw besluiten om het zuidoostelijke deel van het gebied droog te maken.
Het bijzondere aan deze droogmakerij was dat in 1776 de ongeveer 100 arbeiders in staking gingen om een hoger loon af te dwingen. De actie werd geweldloos beëindigd en de aanstichter, Hendrik Boer, werd voor twaalf jaar uit het gewest Holland verbannen. De kaart illustreert de ontwikkelingsstadia van veenwinning tot droogmaking: Het drogen van het veen op legakkers, de veenplassen en het drooggemaakte gebied waarop weer veeteelt mogelijk is. In het overige deel van polder Berkel mocht nog tot midden 19de eeuw veen afgegraven worden, totdat ook daar het gebied werd drooggemaakt.
Reacties
Nuttige info
03 april 2016